Reisdagboek #16: eerste week op de Galápagoseilanden
Na een week op het vasteland van Ecuador is het dan eindelijk zo ver: de Galápagoseilanden! We vliegen van Guayaquil naar deze eilandengroep, 1000 kilometer vanaf de kust van Ecuador. Dit stond heel hoog op ons wensenlijstje en leek ons daarom een ideale afsluiter voor onze reis. We hebben iets meer dan twee weken om de eilanden te ontdekken en hopelijk veel dieren te kunnen zien!
Maandag 24 juli: op naar de Galápagoseilanden
We staan vandaag vroeg op, want we hebben een vlucht die we niet willen missen. Omdat je allerlei checks hebt voor je naar de Galápagoseilanden mag, willen we op tijd op het vliegveld zijn. De avond ervoor hebben we bij ons hostel alvast geregeld dat er een taxi komt om ons naar het vliegveld te brengen.
Er is wederom een grote groep in het hostel die nét iets eerder aan het ontbijt zitten. Gelukkig laat het hostel ons niet te lang wachten en kunnen we op tijd met de taxi mee. Deze brengt ons naar het vliegveld en zet ons netjes af voor de terminal. Hij was op tijd en we hoeven niet meer te lopen: dat is fijn, want meestal laten taxi’s die we bellen via het hostel lang op zich wachten.
Het proces van controle en inchecken
Ik vraag de vrouw bij de incheckbalies om advies. We moeten eerst zelfstandig inchecken bij de incheckapparaten. Dat proberen we, maar het werkt niet: door een storing herkent het apparaat de paspoorten niet. We mogen daarom alsnog bij de balie inchecken. Maar eerst moeten we nog iets anders regelen. In de vertrekhal voor nationale vluchten zit een balie voor de Galápagos. Hier moeten we in de rij. We krijgen hier, op vertoon van ons paspoort en voor 20 dollar, een soort bewijs dat we naar de Galápagos mogen.
Als dit is geregeld mogen we in de volgende rij. Hier gaan onze backpacks en onze handbagage door een scanner. Eventuele schoenen moeten nog apart gecontroleerd. Hier kijken ze of je niets meeneemt wat niet is toegestaan. Je mag namelijk geen dierlijke of plantaardige producten invoeren: deze kunnen de natuur op de Galápagos aantasten. Als een plant daar niet al is en geen vijanden heeft in de vorm van andere planten of dieren, dan kan deze alles overwoekeren en andere dingen laten uitsterven. Daarom zijn ze strikt, zelf tot op aarde onder je schoenen.
Als de backpacks zijn goedgekeurd worden ze dichtgemaakt met een soort gele tiewrap. Als dit is geregeld mogen we weer in de rij, dit keer om in te checken bij onze vliegmaatschappij en onze bagage af te geven. Gelukkig doen ze niet moeilijk over het feit dat we niet konden inchecken en is dit snel geregeld.
Het mooiste vliegveld waar we geweest zijn
Uiteraard ging dit proces sneller dan verwacht, dus we hebben nog heel lang voor onze vlucht vertrekt. Je zult echter altijd zien dat als je later gaat, alles misgaat. En omdat we om 11.15 uur vliegen hadden we verder ook niet echt iets nuttigs gedaan in de ochtend.
Als we door de veiligheidscontrole heen zijn, begint het grote wachten. Guayaquil heeft echter een prachtig vliegveld. We kiezen wat comfortabele stoelen uit bij een koffietentje. Aan de zijkant zitten grote ramen met uitzicht op de vliegtuigen. En ook heeft het vliegveld gratis snelle wifi: een goed moment om mijn blog weer eens bij te werken.
Op die manier gaat de tijd snel voorbij en zijn we zo aan de beurt om te vertrekken. De vlucht is vrij lang, want het is natuurlijk wel duizend kilometer. Na twee uur komen we ongeveer aan bij de Galápagoseilanden. De vlucht is wel een beetje karig: waar we in Bolivia op een vlucht van drie kwartier zelfs wat te drinken en een snack krijgen, vinden ze bij deze dure vlucht dat eten niet inbegrepen is. Wel een beetje flauw..
Aankomst op Baltra
Als we er bijna zijn kijken we enthousiast uit het raam en we worden beloond op een prachtig uitzicht. De eilanden met het blauwste water dat je ooit hebt gezien! Niet lang daarna gaan we ook daadwerkelijk landen op het eiland Baltra. Dit is een voormalig militair eiland en heeft alleen de luchthaven.
Op het vliegveld mogen we weer langs een controle. Ze bekijken de papieren die we in Guayaquil hebben gekregen en we betalen hier ook de toegang tot Galápagos National Park: 100 dollar per persoon. Dan mogen we verder.
Met de bus gaan we naar de haven van Baltra. Vanaf daar nemen we een bootje naar de overkant van het smalle water tussen Baltra en Santa Cruz. Vanaf hier kun je een bus nemen naar Puerto Ayora, de hoofdstad van dit eiland. Deze bus gaat echter alleen als hij vol is. Omdat de meeste mensen een cruise nemen en dus opgehaald worden, schiet dat niet echt op. We besluiten daarom met een ander stel een taxi te delen.
Op zoek naar een hostel
Vanaf het hotel van het andere stel lopen we naar het hostel dat we hebben uitgezocht: Patty’s Hospedaje. Dit blijkt een goede keuze, want ze hebben plek en ze zijn betaalbaar. We krijgen een supergrote kamer met eigen badkamer en keukentje.
Als we wat info vragen voor we de stad ingaan, krijgen we meteen veel te weten. Ook mogen we twee fietsen lenen. Dat is prettig, want het hostel zit wat verder van de haven en het centrum dan andere hostels. Op deze manier ben je er echter zo.
Charles Binford
Onderweg naar lunch komen we langs de vismarkt. Hier staan vrouwen vis schoon te maken en te verkopen. Ze worden vergezeld door een zeeleeuw en een legertje pelikanen, die allemaal hopen iets lekkers te krijgen. De pelikanen zijn ook erg brutaal: als de vrouwen even niet opletten, proberen ze er vandoor te gaan met de vis. Jammer voor hen letten de vrouwen eigenlijk altijd goed op.
We fietsen verder, want het is al laat op de dag. De hosteleigenaar raadde ons een straat aan met allerlei kioskjes. Deze straat heet Charles Binford. Na er één keer voorbij te zijn gefietst vinden we hem. Er zitten inderdaad allemaal kioskjes naast elkaar. Zij bieden allemaal een lunchmenu aan voor 5 euro. Gelukkig zijn we nog niet te laat en kunnen we lekker eten. Alle menu’s bevatten een voorgerecht (soep), een hoofdgerecht en sap, dus je bent voor die 5 dollar ook klaar.
De vismarkt Pelican Bay
Na de lunch gaan we terug naar de vismarkt om alle dieren te bekijken. Ik durf niet al te dichtbij, want de pelikanen zijn nergens bang voor. Boven de markt cirkelen ook hongerige fregatvogels in het rond, een waar vogelfestijn.
Als we verder richting de haven lopen zien we ook de zeeleguanen, bekende bewoners van de Galápagoseilanden. Deze dieren hebben zich aangepast aan hun omgeving en kunnen erg goed duiken en zwemmen. Ze leven alleen op deze eilanden: heel bijzonder dus! In Puerto Ayora liggen ze voornamelijk te zonnen.
Cruise of over land?
De rest van de middag brengen we door met het bezoeken van verschillende tourorganisaties. Onderweg komen we nog wel krabbetjes tegen en ook een aantal zeeleeuwen. Deze dieren zijn ook niet bang: ze blijven lekker liggen als je een foto maakt.
We gaan alle opties en prijzen langs voor de cruises. Helaas bieden bijna alle aanbieders cruises aan die gaan naar eilanden die je zelf kunt bezoeken, zoals Isabela en Santa Cruz. Dat vinden we toch zonde van het geld, dus we kiezen ervoor dit niet te doen en zelf rond te reizen.
In de avond gaan we terug naar Charles Binford om weer lekker te eten. Ook gaan we op aanraden van ons hostel naar de pier. De lampen in het water trekken de vissen aan, waardoor er in de avond vaak jonge jagende zwartpunthaaien rondzwemmen. En dat is inderdaad zo! Al bijna meteen zien we ze rondzwemmen. Hoe bizar dat er gewoon haaien dichtbij zwemmen!
Na het haaien spotten nemen we de fietsen terug naar ons hostel en gaan we slapen.
Dinsdag 25 juli: het ontdekken van Santa Cruz
Na een ontbijtje in onze eigen keuken nemen fietsen mee. We kunnen bij onze hosteleigenaresse een tour boeken naar Pinzón voor de volgende dag, dus dat doen we. Dit schijnt een paradijs te zijn voor onderwaterdieren, dus we zijn benieuwd!
Met de fietsen gaan we richting het Charles Darwin Research Center. Hier is een broedcentrum voor reuzenschildpadden. Er is een route die je langs allerlei informatie laat komen over het leven op de Galápagoseilanden. Het gaat ook over hoe wij als de mens dit leven hebben aangetast, bijvoorbeeld door (per ongeluk) nieuwe diersoorten te introduceren. Sommige van die dieren, zoals insecten, hebben hier geen natuurlijk vijanden.
Charles Darwin Research Center
Dan leidt het pad ons langs de schildpadden. Ze hebben ze hier in verschillende leeftijden, van heel jong tot heel oud. De oude schildpadden zijn inderdaad gigantisch! Ook kunnen we hier de Galápagos-landleguaan zien, een groot geel gevaarte. Het is een beetje een minidino, best enge beesten. Gelukkig eten ze alleen planten en zijn ze dus niet gevaarlijk.
Door het hele Research Center vliegen ook de kleine vinken, die de Galápagoseilanden bekend hebben gemaakt. Onder andere door deze vogeltjes heeft Darwin zijn evolutietheorie kunnen bewijzen. Ze hebben namelijk allemaal hun snavel op een andere manier ontwikkeld om te overleven: sommige eten er noten mee, andere cactussen en andere drinken het bloed van dieren. En het zijn gewoon leuke kleine vogeltjes.
Lunch met kreeft
Dan is het tijd voor lunch. We fietsen weer naar Charles Binford. Vandaag zijn we niet zo laat, waardoor de keuze wat groter is. Eén van de restaurantjes heeft kreeft als optie in het menu. Dat vind ik wel een beetje vreemd, maar ik ga er toch voor. En inderdaad, ik krijg als hoofdgerecht een kleine kreeft. En dat voor die 5 dollar!
Na de lunch lopen we weer even langs de vismarkt, want dat blijft gewoon een leuk gezicht. Ook nu zijn er weer veel fotogenieke pelikanen te vinden. We besluiten de middag verder door te brengen op het strand van Tortuga Bay. We fietsen daarvoor naar Laguna de las Ninfas, een lagune met eromheen een mangrove. Hier lopen we een rondje. Het water is heel mooi blauw en er staat veel informatie over de mangrove.
Tortuga Bay
Dan fietsen we verder naar het begin van de trail naar Tortuga Bay. We schrijven ons in en moeten dan 2,5 kilometer lopen. Dat is toch best ver met de warmte. Onderweg kun je allerlei cactussen zien.
Het strand zelf is een prachtig lang wit strand. In de zee mag je helaas niet zwemmen, dat is gevaarlijk door de stromingen. Maar als je het hele strand afloopt en een hoek omgaat, dan kom je bij een baai met een ander strand. Vlak voor we daarheen gaan is een ondiep stuk. Als je hier het water inloopt, dan zien je kleine zwartpunthaaien rondzwemmen! En ook zag ik hier een zwemmende zeeleguaan.
Op het stuk tussen de twee stranden ligt een hele familie zeeleguanen lekker te zonnen, heel grappig om te zien. Op het andere strand mag je wel zwemmen. Daar leggen we onze spullen neer en testen we de snorkels uit. Helaas is er niet veel te zien in het water.
Als we zijn uitgezwommen gaan we lekker op het strand zitten. We worden vergezeld door een hele lading brutale vinken, die steeds dichterbij komen. Ze proberen kruimels van onze koekjes op te vangen, maar die geven we ze natuurlijk niet.
Aan het einde van de dag wandelen we terug over de trail en nemen we de fietsen naar het hostel. Na het douchen gaan we nog wat eten in het centrum en dan naar huis, want morgen hebben we een dagtour!
Woensdag 26 juli: dagtour naar Pinzón
We worden om 7.45 uur opgehaald, dus om 7.00 uur staan we op. We ontbijten met wat we gisteren in de supermarkt hebben gehaald en pakken alle spullen. Samen met de man van het hostel nemen we een taxi naar het centrum. Daar worden we afgezet bij het kantoortje van de organisatie waarmee we gaan. Het is even wachten in het kantoortje op de gids, maar dan krijgt iedereen snorkels en kunnen we vertrekken.
In de haven nemen we een taxiboot naar onze boot. Onderweg komen we nog even langs een zeeleeuw, die languit op een bankje op de pier ligt, tot grote hilariteit van iedereen die er langs loopt. Uiteindelijk bestaat onze groep uit 10 personen, de gids, de kok en iemand die de boot bestuurt. Onze boot heet Queen Evolution.
La Fe
Omdat ik helaas last heb van reisziekte, heb ik een zeeziektepilletje ingenomen. Dat blijkt een goed idee, want zodra we de haven uit zijn worden de golven flink hoog. De boot klapt daardoor regelmatig met flinke snelheid neer op het water. Niet écht comfortabel. Ondanks mijn pilletje word ik een beetje misselijk, dus we zijn blij als we aankomen bij onze eerste snorkelstop: de baai La Fe. Dit is een baai aan het eiland Santa Cruz.
Enthousiast dat we dingen gaan zien laat ik me als derde (met wetsuit, snorkel en flippers) van de boot vallen. Koud! Maar goed dat we een wetsuit hebben. Gelukkig is de ergste kou weg als het wetsuit vol is gelopen met water en went de temperatuur al snel.
We liggen allemaal nog maar net in het water of de gids gebaart ons al te komen: een zeeschildpad! Hij ligt op de bodem. Wat bijzonder om zo’n dier gewoon onder je te zien liggen, bijna onwerkelijk. Als we komen kijken begint hij langzaam weg te zwemmen, heel mooi.
Onze eerste kennismaking met haaien
We laten de zeeschildpad met rust en zwemmen verder door de baai. Behalve heel veel vissen zien we in het ondiepe water ook al snel kleine zwartpunthaaien (blacktip sharks), of babyhaaien. Ik zie er wel een stuk of tien à vijftien. Bij de eerste schrik ik even, maar gek genoeg went het ook snel en is het vooral bijzonder. Deze kleine eten hopelijk geen mensen.
Als we bij een ondieper deel komen kunnen we staan. Er komt een zeeleeuw onze richting uit om ons gezelschap te houden, maar na een paar rondjes gaat hij weer weg. Tot mijn verbazing hoor ik dat Hugo maar één haai heeft gezien. Waar die haaien dan heen zijn gegaan weet ik niet, want ik zag er superveel! De gids heeft er ook zoveel gezien, dus ik heb ze niet verzonnen.
We gaan hier het eiland op en komen bij een hele kolonie zonnende zeeleguanen. Ook liggen hier meerdere zeeleeuwen in de mangrove. Na een klein rondje doen we de snorkels weer op en zwemmen we terug naar de boot.
Op naar Pinzón
Terug op de boot krijgen we handdoeken, sap en koekjes, terwijl we verder varen naar het eiland Pinzón. We kunnen in de tussentijd even uitrusten, want het is wel weer een stukje varen. Bij Pinzón hebben we ons tweede snorkelmoment. Het is even vervelend om de natte wetsuits weer aan te trekken. Ook ben ik wat minder enthousiast met in het water duiken, want ik weet nu hoe koud het is.. En eenmaal in het water blijkt het nóg kouder te zijn dan bij La Fe.
Er is hier ook flink wat stroming, maar het blijkt het wel waard: we zien hier veel meer vissen en de vissen zijn ook veel groter. We zwemmen om de rotsen heen een kanaal in, waar we weer een zeeleeuw zien. Het water wordt hier wat ondieper en ook warmer, dus dat is wel prettig. En dan zie ik een witpuntrifhaai (whitetip reef shark)! Deze zijn wat groter dan de zwartpunthaaien en zwemmen langs ons richting het meer open water. Ik zie er wel vier. Hugo ziet er minder, want hij heeft het koud en is opgestaan om op te warmen.
Hij is niet de enige en we gaan dan ook snel terug richting de boot. Hier zien we nog heel veel kleine vissen en zwemt een jonge zeeleeuw onder me door.
Tijd voor lunch
Terug op de boot kunnen we weer een beetje opwarmen. We krijgen lunch: typisch Peruaanse ceviche (rauwe vis gemarineerd in limoen) met rijst en heel lekkere, krokante bananenchips (waar ik nog steeds over droom). Als we alles op hebben varen we langzaam naar de andere kant van het eiland, terwijl de kok probeert vis te vangen. Ze willen echter niet echt bijten.
Het derde snorkelmoment
Ons laatste snorkelmoment is aan de andere kant van Pinzón, waar soms zeeleeuwen zwemmen. Ze liggen al te zonnen op de rotsen. Het water is niet heel aanlokkelijk, maar ik ben bang dat ik spijt krijg als ik niet ga, dus duik ik er toch weer in. Hugo blijft lekker in het zonnetje op de boot: we hebben immers al heel veel gezien vandaag.
Onderweg zie ik een heleboel tropische vissen en kom ik dicht bij de zonnende zeeleeuwen. Ze zijn echter niet in de stemming om te spelen, dus ze komen het water niet in. Het is lekker rustig snorkelen, want er zijn meer mensen op de boot gebleven en veel gaan er snel weer uit. Misschien niet de meest bijzondere dieren, maar toch blij dat ik er even in ben gegaan.
Terug naar Puerto Ayora
We beginnen aan de reis terug naar Puerto Ayora. Het is nu wat frisser, dus na een tijdje trek ik mijn natte zwemspullen uit, zodat ik mijn droge kleding weer aan kan. Terug op de pier lopen we nog even terug naar het kantoortje om alle spullen weer in te leveren, want we moesten een borg achterlaten. Hier blijken we de GoPro-beelden van de gids ook te kunnen krijgen. Dat is mooi, want we weten nog niet of die van ons gelukt zijn. Als alles gekopieerd is naar onze geheugenkaart gaan we terug naar het hostel.
Van de vriendelijke hosteleigenaren mogen we de wetsuits morgen weer lenen voor onze tour en ze hangen ze voor ons te drogen. In onze kamer nemen we een douche en bekijken we de beelden. Onze GoPro-beelden zijn wat wiebeliger dan die van de gids, maar ook best goed gelukt.
Onze benen zijn wel verbrand tijdens het snorkelen: de achterkant is een beetje rood. We zijn natuurlijk bijna op de evenaar. Met snorkelen lig je in het water en voel je het helemaal niet, maar dat is natuurlijk pal in de zon. Morgen beter insmeren dus! Gelukkig is het niet heel erg verbrand.
Merienda met kreeft
We lenen de fietsen weer en begeven ons richting het centrum. Vandaag eten we weer in de straat Charles Binford, want dat is goedkoop en lekker. We vinden een restaurantje met kreeft in de merienda, dus daar gaan we voor. Ook nu is hij weer heel lekker. Hugo had even geen zin in vis en neemt kip, maar die valt een beetje tegen.
Na het eten lopen we nog een rondje, die eindigt bij de pier. Vandaag is het extra leuk: naast de zwartpunthaaien zien we ook vissende pelikanen. Deze zijn heel grappig, want ze storten zichzelf letterlijk in het water. En dan zwemt er zelfs een vissende zeeleeuw rond! Als we uitgekeken zijn lopen we terug naar onze fietsen. Morgen weer een drukke dag, dus we gaan vroeg naar bed.
Donderdag 27 juli: dagtour naar North Seymour & Mosquera
Om 7.00 uur staan we weer naast ons bed. We smeren ons vandaag extra goed in en pakken alles voor de tour, inclusief de wetsuits van het hostel. We ontbijten in ons eigen keukentje en lopen dan naar beneden, want we worden om 8.00 uur opgehaald.
Met de bus over Santa Cruz
We maken nog een rondje door Puerto Ayora om de andere mensen op te halen. Uiteindelijk zijn we met 16 personen. Met dit busje rijden we het hele eiland over, want we vertrekken vanuit de haven in het noorden van het eiland. In de bus vertelt de gids iets over verschillende delen van het eiland met verschillende ecosystemen.
Na ongeveer 45 minuten komen we aan bij deze haven. We nemen in twee groepen een klein bootje naar onze grote boot, de Naral. Het is geen speedboot en hij is groter dan de boot van gisteren, dus dat helpt hopelijk in de zeeziekte. We krijgen uitleg over de zwemvesten en er liggen koekjes voor als we daar trek in hebben.
Aangekomen op North Seymour
Na ongeveer een uurtje varen komen we aan op North Seymour, het vogeleiland waar we vandaag heen wilden. Onderweg maakt Hugo veel foto’s van de vogels die meevliegen met onze boot.
Met het kleine bootje gaan we weer in twee groepen aan land. Als eerste zien we een zeeleeuw, die lekker op de trap ligt uit te rusten. Eenmaal op het eiland zien we al snel verderop een aantal fregatvogels in een struik zitten, eentje met grote, opgeblazen, rode keelzak.
Als iedereen aan land is, lopen we de trail over het eiland. Dit is een pad waarop je mag lopen met een gids. Het is niet toegestaan van het pad af te gaan. De vogels zijn gewend aan mensen die over dit pad lopen. Ze maken daarom hun nesten op plekken waar ze zich veilig voelen: soms dichtbij het pad, soms ver van het pad.
Fregatvogels
Verder langs de trail zien we meer vogels en meer nesten. We leren over verschillende soorten, mannetjes, vrouwtjes en over het gedrag van de vogels. Wat ook heel leuk is, is dat de vogels hier het hele jaar door broeden. Het klimaat is het hele jaar geschikt voor de vogels om eieren te leggen. Om deze reden kun je jongen zien van verschillende leeftijden.
Blue-footed boobies
De ster van de Galápagoseilanden is toch wel de blauwvoetgent, beter bekend onder zijn Engelse naam: blue-footed booby. Er zijn nog twee andere soorten boobies op de Galápagoseilanden, maar op dit eiland zie je alleen degene met de blauwe voeten. Omdat dit één van de bekendste dieren van deze eilandengroep is, wilden we hem toch wel erg graag zien. Ongeveer halverwege de trail is het dan zo ver: er zit een booby vlak langs het pad!
Deze vogel ziet er een beetje dommig uit, wat hem heel schattig maakt. Het is met recht één van de leukste vogels die ik ooit heb gezien. Gelukkig blijft het niet bij één vogel, want ook deze broeden op dit eiland. We zien dan ook verschillende nesten en jongen van verschillende leeftijden.
Terug naar de boot
Nadat we de hele trail hebben gewandeld is het tijd om terug de boot op te gaan. Hier krijgen we een kleine maaltijd, bestaande uit tonijnsandwiches, nacho’s en koekjes met jam. Samen met een glas ijsthee eten we dit op, terwijl we naar het naastgelegen eiland Mosquera varen.
Mosquera
Dit eiland is een soort groot strand. Het wordt bewoond door een grote kolonie zeeleeuwen. Als we met het kleine bootje naar het eiland varen, worden we begroet door de jonge zeeleeuwen. Zij duiken op en neer mee langs de boot. Eenmaal op het strand werk ik mezelf snel in mijn wetsuit, zodat ik met het Deense meisje uit onze groep het water in kan. De rest treuzelt een beetje, waarom weet ik niet.
Het zwemmen is ontzettend leuk: al snel komen de eerste babyzeeleeuwen op ons af. De cirkelen om ons heen, zwemmen met een noodgang op ons af (om op het laatste moment opzij te duiken) en gaan op den duur achter ons aan zwemmen en in onze flippers bijten. In een hoek van de baai zit een mannetjeszeeleeuw. De gids vertelde al dat hij heel territoriaal is. Als we hem zien, merken we dat we zijn hoek in zijn gedreven en gaan we het strand op. De zeeleeuwtjes achtervolgen ons. Eentje blijft nog een paar minuten met mijn flippers spelen op het strand, heel schattig.
Zwemmen met zeeleeuwen
Ik loop weer naar de goede kant van de baai om weer te zwemmen. Inmiddels gaan er meer mensen het water in. Ik geef Hugo de GoPro en we spelen nog even met de dieren. Na een tijdje houd ik het voor gezien: het is een beetje druk in het water. Ik loop nog een rondje over het eiland en klets nog even met de gids, maar dan moeten we helaas terug naar de boot.
Hugo komt uit het water. Hij vond het zwemmen superleuk en wil eigenlijk niet terug naar de boot. Gelukkig maar, want gisteren was het water zo koud dat ik bang was dat hij er helemaal niet meer in zou willen. Als we terugvaren naar de boot springen de zeeleeuwen weer met ons mee.
Terug naar Puerto Ayora
Op de boot krijgen we onze lunch, bestaande uit gegrilde vis en aardappelpuree met rijst. Omdat we zo rustig varen met deze boot, kunnen we ondertussen al varen richting Santa Cruz. Na ongeveer een uurtje komen we weer aan in het haventje in het noorden. Vanaf daar nemen we de bus terug naar Puerto Ayora.
In het hostel leveren we de wetsuits weer in en nemen we een douche. We rusten een beetje uit en maken dan een wandeling naar Puerto Ayora. Doordat we een andere route nemen, vinden we ook een goedkopere bakker, dat is weer mooi meegenomen.
Rond etenstijd gaan we dit keer wel weer naar Charles Binford, maar we kiezen voor iets anders: de grote roze vis, in het Spaans bruja genoemd. Deze wordt voor onze neus op de grill gelegd en is zo groot dat we hem kunnen delen. We bestellen er beiden een groot glas sap bij, die ook heel lekker is. Tijdens het eten begint het te regenen, maar gelukkig wordt er snel een luifel opgebouwd.
Na het eten halen we een ijsje en gaan we terug voor ons laatste nachtje in dit hostel.
Vrijdag 28 juli: op naar Isla Isabela
Om 14.00 uur nemen we boot naar het volgende eiland, Isabela. We hebben dus een rustige ochtend. Na het ontbijt lenen we nog één keer de fietsen om naar de haven van Puero Ayora te gaan. Hier nemen we een watertaxi. We worden aan de andere zijde van de haven afgezet, waar het pad begint naar Las Grietas.
Eerst lopen we een stukje over een mooi strand. Verderop komen we nog een man tegen die snorkels verhuurt, maar die hebben we zelf. Vlak achter hem laat het pad ons langs zoutbaden gaan, die helemaal roze zijn gekleurd door de aanwezige mineralen.
Las Grietas
Vanaf daar lopen we nog een klein stukje naar Las Grietas. Dit is een kloof tussen twee hoge rotswanden. Het water is hier echt prachtig blauw, maar ook héél koud. Het is ook wat drukker dan gehoopt. Ik wil echter graag zwemmen, dus ik kleed me om. Hugo ziet het niet zo zitten. Bovenlangs de rotsen kun je wandelen, dus dat gaat hij doen.
Ik hou mijn sandalen aan, want er zijn veel scherpe lavarotsen waar je overheen moet klimmen als je helemaal achterin de kloof wilt komen. Daar was het veel rustiger en waren er ook meer vissen. Hoewel niet zo spectaculair als ons eerdere snorkelen was het wel mooi, vooral door het prachtige water.
Op de weg terug hoor ik Hugo naar me roepen van bovenop de rots, waar hij naar beneden kan kijken. Ik zwem terug naar het begin en droog me af. We lopen nog even heen en weer over de trail, waarna we weer richting de haven lopen.
Laatste uurtjes in Puerto Ayora
Gelukkig komt er snel een watertaxi om ons terug te brengen. We gaan nog een laatste keer lunchen in Charles Binford, dit keer nemen we de garnalen. We komen nog wel terug in Puerto Ayora, maar het is dan echt om door te reizen naar de andere eilanden, niet meer echt om iets te bezoeken. Na de lunch fietsen we terug naar het hostel. We nemen afscheid en gaan met de backpacks weer op pad.
We moeten een stukje lopen, maar gelukkig komt er al snel een taxi aan. Met deze warmte vinden we het wel lekker om niet het hele stuk te hoeven lopen, dus we laten ons afzetten bij de haven. Hier moeten we door een soort controle, want je mag geen dierlijke/plantaardige producten meenemen naar andere eilanden. Dus geen planten, maar ook geen zand. Als het is goedgekeurd gaan de tassen weer dicht met een soort tiewrap, net als op het vliegveld in Guayaquil.
Richting Isabela
Hugo haalt nog wat boodschappen en dan mogen we aan boord. Ook dit is zes keer opnieuw wachten, maar dan zijn we eindelijk aan boord van de speedboot. Deze gaat superhard en houdt ook helemaal geen rekening met de wilde zee. We scheuren over de golven en slaan steeds hard op en neer. Ik heb voor vertrek een zeeziektepilletje genomen, maar Hugo niet. Hij is dan ook goed misselijk als we twee uur later aankomen bij Isabela.
De haven ligt hier iets verder van de hoofdstad van het eiland, Puerto Villamil. We gaan lopend, wat iets langer duurt dan gedacht. Een Duits meisje van de boot gaat met ons mee. Gelukkig heeft het hostel dat ik had bedacht plek en past het ook binnen het budget, dus we hoeven niet verder te zoeken. Onze kamer is ruim en het ziet er verder ook goed uit.
Puerto Villamil
We lopen een rondje door het dorpje. We vragen wat informatie over tours naar Los Túneles, de grootste aanrader vanaf dit eiland. Ook kijken we bij Pozo Salinas, wederom een roze zoutmeer waar vaak flamingo’s zouden moeten zijn. Die zijn er helaas niet vandaag.
In de avond gaan we op zoek naar iets te eten. Helaas is het niet zo betaalbaar als op Santa Cruz. We kiezen uiteindelijk een restaurant met het goedkoopste menu. Hoewel het eten niet fantastisch is, hebben we er wel genoeg aan. Toch minder lekker dan we gewend zijn geraakt op de Galápagoseilanden.. Na het eten is het tijd voor een warme douche en gaan we naar bed.
Zaterdag 29 juli: Isla Isabela
We zijn op tijd gaan slapen, dus we staan ook weer vroeg naast ons bed. Dit hostel heeft een gemeenschappelijke keuken, dus hier kunnen we ook zelf ontbijten: wel zo handig.
Daarna besluiten we de tour naar Los Túneles te boeken. Ik wil de vroege tour doen, want dan hebben we meer aan de dag. Ook is het in de ochtend laagwater, waardoor je meer dieren kunt zien (of dat heb ik gelezen). Helaas is er geen plek meer op die tour. We kunnen wel diezelfde dag mee. Daar willen we nog even over nadenken, dus we besluiten eerst iets anders te gaan doen.
Snorkelplekje
Vlakbij de haven ligt Concha de Perla, een baai waar je goed kunt snorkelen. We besluiten daar naartoe te lopen. Het is weer een stukje lopen naar de haven. Daar moeten we een houten looppad op. Onderweg lopen we door de mangroves. Ook komen we hier allerlei kleine zeeleeuwen tegen, die over het pad heen liggen. Toch even spannend om daar overheen te stappen, maar ze doen gelukkig niets.
Aan het einde van de steiger is de baai. Het is er echter best druk en het water is ijskoud. We vragen de andere mensen wat ze er gezien hebben, maar dat is eigenlijk alleen een paar vissen. Daarom besluiten we het vandaag even aan ons voorbij te laten gaan: op goede dagen zien mensen hier zeeschildpadden, roggen, zeeleeuwen en zelfs pinguïns.
Felroze flamingo’s
Terug in Puerto Villamil boeken we de tour voor de volgende dag. Wel de late tour, maar dan hebben we hem in elk geval vaststaan. Daarom besluiten we vandaag de trail te lopen naar het schildpaddencentrum. Deze begint aan de andere kant van het stadje. We doen nog een tweede poging bij Pozo Salinas voor de flamingos, maar die zijn er helaas nog steeds niet.
De trail is wederom een houten steiger over meerdere kleinere lagunes. Meteen als we de trail oplopen zien we al de eerste flamingo, die door het water heen loopt. Hij is echt knalroze. Verderop zien we er nog twee. Na de nodige foto’s lopen we verder: er blijken echt heel veel flamingo’s te zitten in deze lagunes, want we komen op den duur langs een hele groep.
Centro de Crianza de Tortugas
Aan het einde van de trail komen we bij het schildpaddencentrum, Centro de Crianza de Tortugas. Op alledrie eilanden zijn dit soort centra. De schildpadden kunnen moeilijk overleven in het wild, want de eieren hebben door allerlei redenen vaak de kans niet om uit te komen en de jonge schildpadden overleven het vaak niet. De centra broeden de specifieke soorten van hun eiland uit, hier zien we dus andere dan in Santa Cruz.
Het centrum is wat kleiner en simpeler dan in Puerto Ayora, maar nog steeds heel leuk om te zien. Ook is het lekker rustig: we zijn zelfs de enige! Pas als we weer weggaan zien we meer mensen.
Na de schildpadden gaan we terug naar het stadje om wat te eten. We nemen weer de goedkoopste lunch, want we willen graag wat besparen op het eten, zodat we meer tours kunnen doen.
Fietstocht over Isabela
Voor de middag besluiten we fietsen te huren. Met deze mountainbikes gaan we het pad af richting de Wall of Tears. Het eerste deel is lastig, want we moeten door het zand, maar daarna kunnen we gelukkig normaal fietsen. Onderweg zijn er allerlei plekken om te stoppen: lagunes, strandjes en uitkijkpunten. We stoppen op de heenweg overal, zodat we op de terugweg niet hoeven te onthouden waar we al geweest zijn.
Langs het laatste deel van dit pad kun je reuzeschildpadden zien. Zij worden hier uitgezet als ze groot zijn door het broedcentrum en veel blijven blijkbaar in de buurt. We komen er inderdaad vier tegen, heel indrukwekkend om ze zo te zien lopen.
Wall of Tears
Het fietsen is zwaar: het is warm en mijn benen zijn heel moe. We zijn dan ook blij als we aankomen bij de Wall of Tears. Deze ‘Muur van Tranen’ of ‘Muro de las Lágrimas’ in het Spaans is een herinnering aan het feit dat Isabela ooit een strafkolonie was. Eerlijk gezegd hadden we er iets meer van verwacht, maar het is letterlijk alleen een muur, gemaakt van lavarotsen. Na een paar keer heen en weer lopen hebben we die dus wel weer gezien.
We zien een beetje op tegen de weg terug, maar wat Hugo al vermoedde blijkt waar: we gingen vals plat omhoog. Dat betekent dat we nu naar beneden fietsen, wat véél makkelijker gaat. We zijn bijna drie keer zo snel.
Hugo fietst snel in het zand, maar ik ben er minder goed in, waardoor ik iets achter blijf. En dan breekt mijn ketting.. Ik ploeter verder naar waar Hugo staat te wachten. Ik ben bang dat we de rest moeten lopen, maar hij heeft een beter idee: hij gaat fietsen en ik houd zijn hand vast, zodat hij me mee kan slepen. Dit werkt gelukkig goed. Bij de fietsenverhuur doen ze ook niet moeilijk, want de ketting was ook niet echt goed onderhouden.
Relaxen en avondeten
We brengen de rest van de middag door met lekker niks doen, wat in ons geval lezen en foto’s bewerken betekent. Als het tijd is voor het avondeten proberen we een nieuw restaurant uit. Hoewel wat duurder, is het eten hier lekker, zeker het voorgerecht met guacamole. En we krijgen hier ook een toetje!
Daarna is het tijd om te slapen. Toen we in het hostel waren kwam de man van de tourorganisatie langs: we mogen toch mee met de vroege tour, dus we moeten om 7.30 uur weer klaarstaan.
Zondag 30 juli: een ochtend naar Los Túneles
Netjes op tijd staan we bij het kantoor klaar voor onze dagtour. We passen de wetsuits en krijgen die mee in een tas. Nu moeten we wachten. Gelukkig kunnen we de tijd doden met een documentaire over de Galápagoseilanden. Dan worden we opgehaald met een auto, die ons naar de haven brengt.
Vanuit de haven gaan we weer met een boot. Hier wordt ons verteld dat door het weer de originele Los Túneles niet bereikbaar is. In plaats daarvan gaan we naar Cabo Rosa, waar ook lavatunnels zijn en ongeveer dezelfde dieren. Wel een beetje flauw, want dat wisten ze natuurlijk al eerder.
Nazcaboobies
We stoppen na een stuk varen bij een rots. Hier slaat het water door het heftige weer steeds tegenaan, een heel mooi gezicht. Op deze rots zitten ook Nazcaboobies, in het Nederlands Nazcagenten. Dit is één van de drie soorten op de Galápagoseilanden en we hadden deze nog niet gezien, dus dat was leuk.
Na nog een stuk varen komen we aan bij Cabo Rosa. Hier gaan we snorkelen, dus we trekken de wetsuits aan. Doordat alle tourorganisaties hier nu zijn is het helaas wel vrij druk.
Snorkelen
Meteen als we in het water liggen zien we al een kleine zeeschildpad, dus dat belooft veel goeds. Hugo gebruikt de GoPro van de gids, terwijl ik onze GoPro gebruik. Extra veel kans op goede beelden dus. We zien een heleboel zeeschildpadden, er zitten er hier veel.
Na een poosje begin ik het koud te krijgen en wil ik er eigenlijk wel uit. Dan begint de gids over andere dingen die hij wil zoeken. En dan zit op een rots een pinguïn! We kunnen er best wel dichtbij komen, heel tof. Deze kleine pinguïns leven alleen hier en stonden nog op ons verlanglijstje, dus dat is extra leuk.
We volgen de gids naar een andere plek, waar meerdere witpunthaaien liggen te slapen op de bodem. Maar het leukste in dit deel zijn toch wel de twee golden rays die langzaam rondjes zwemmen: een prachtig gezicht. De roggen bewegen heel mooi.
Tot slot zwemmen we nog richting een mangrove, waar we een zeepaardje kunnen zien, met zijn staart om een tak.
Lavatunnels
Terug op de boot doen we snel de wetsuits uit en drogen we ons af. We kunnen een beetje opwarmen met een kopje lemongrassthee, dat is wel fijn. Als we weer zijn omgekleed krijgen we onze ‘boxed lunch’, die bestaat uit broodjes met tonijnsalade of ham/kaas, die heel lekker zijn. Na de lunch gaan we aan land voor een wandeling over de lavatunnels.
De lavarotsen zijn heel mooi om te zien en de tunnels lopen overal. Het nadeel is echter de vervelende steekvliegen die er rondvliegen. Extra irritant, want ik heb gewoon anti-insectenspray in mijn tas, maar de gids heeft er niet over gezegd. Vervolgens moeten we ook nog door het water lopen (ook niet aangekondigd, want dan had ik mijn sandalen aangetrokken..) over de scherpe lavarotsen, dus we zijn allemaal niet echt blij met de gids.
Vlakbij de boot zitten nog wat blauwvoetgenten op de rotsen, wat het weer een beetje goedmaakt.
Een middagje Puerto Villamil
Terug in de haven is het helaas gaan regen. We worden afgezet bij het hostel, waar we even douchen en omkleden. Gelukkig is het daarna opgehouden met regenen. We besluiten de middag door te brengen met een beetje uitrusten en gaan bij een restaurantje zitten. Ook boeken we de boot terug naar Santa Cruz voor morgen, om vanaf daar door te reizen naar Floreana.
In de avond kiezen we weer een ander restaurantje uit, wederom een goede keuze. Na het eten gaan we terug naar het hostel.
In mijn volgende reisdagboek alles over onze tweede week op Galápagoseilanden. Op ons lijstje staan nog dolfijnen, albatrossen en redfooted boobies.. Gaat dat allemaal lukken?
Meer lezen over deze reis? Bekijk ook de andere delen:
- Reisdagboek #1: Aankomst en Lima
- Reisdagboek #2: Huacachina, Nazca en Arequipa
- Reisdagboek #3: Hiken in de Colca Canyon
- Reisdagboek #4: Titicacameer in Peru
- Reisdagboek #5: La Paz en de Death Road
- Reisdagboek #6: Cochabamba en Sucre
- Reisdagboek #7: Dinosaurussen en Potosí
- Reisdagboek #8: Zilvermijnen en Tupiza
- Reisdagboek #9: Van Tupiza naar Salar de Uyuni
- Reisdagboek #10: Titicacameer en Cusco
- Reisdagboek #11: Incaruïnes en Rainbow Mountain
- Reisdagboek #12: Inca Trail
- Reisdagboek #13: Trujillo in Noord-Peru
- Reisdagboek #14: 6 dagen in de Manujungle
- Reisdagboek #15: De eerste dagen in Ecuador
- Reisdagboek #17: Bartolomé, Española en San Cristóbal
- Reisdagboek #18: Walvis spotten in Salinas
Dit vind je misschien ook leuk om te lezen:
Ik ben flink geinspireerd door je blog posts over Ecuador & Galapagos! Ik denk dat het tijd is dat ik volgend jaar eindelijk deze eilanden ga bezoeken 🙂 Ik ben benieuwd naar je tweede post over de eilanden!
Oeh wat leuk om te horen! Het volgende deel staat inmiddels ook online. Ik raad het echt aan, als je vragen hebt dan hoor ik het natuurlijk graag!