Reisdagboek #17: Bartolomé, Española en San Cristóbal
Na onze eerste week op de Galápagoseilanden, waarbij we de eilanden Santa Cruz en Isabela bezochten, is het tijd voor de tweede week op deze prachtige plek. We reizen nu door naar het eiland van waar we ook vertrekken: San Cristóbal. Ook doen we weer verschillende dagtours.
Maandag 31 juli: terug naar Santa Cruz
We nemen in de middag pas de boot van Isla Isabela naar Santa Cruz, waardoor we de ochtend nog vrij hebben. We ontbijten en pakken alles in, zodat we kunnen uitchecken.
De ochtend brengen we door met de trail naar het schildpaddencentrum, om nog een keer de flamingo’s en schildpadden te bekijken en ze ook te filmen. Daarna lopen we nog een rondje door Puerto Villamil en langs de kust.
Rond lunchtijd kiezen we een lekker menu uit, weer met een toetje erbij. Dan is het tijd om afscheid te nemen van Isabela.
Met de ferry naar Santa Cruz
We halen onze spullen op in het hostel en nemen een taxi naar de haven. Daar moeten we nog even geduld hebben, want de controle is nog niet open. We nemen een bankje op het strand naast de haven (degene waar nog geen zeeleeuw op ligt) en wachten tot het tijd is om met de boot te gaan.
Als de boot bijna vertrekt laten we onze bagage controleren en halen we ons ticket op. Dan wachten we tot we de boot op mogen. Deze boot is wat comfortabeler dan op de heenweg, omdat er stoeltjes zijn. Helaas blijft het een wilde rit op de golven, met de boot die steeds op de golven klapt. Na twee uur zijn we terug in Puerto Ayora.
Een ticket naar Floreana
Terug aan land gaan we op zoek naar een hostel. We kiezen nu voor een andere, omdat de eerste niet echt in het centrum was. We blijven ook maar één nachtje, dus dan is het minder belangrijk. Gelukkig vinden we er snel eentje die goed genoeg is.
We gaan op zoek naar een ticket voor Floreana. Dit blijkt helaas niet zo makkelijk als we hopen: hoewel overal staat dat er dagelijks boten naar Floreana gaan, blijkt dit helaas niet waar. We kunnen pas een ticket krijgen voor vrijdag.. Dat is helaas te laat, want dan hebben we geen tijd meer om San Cristóbal te bezoeken. Tot onze teleurstelling moeten we Floreana dus overslaan.
Omdat we dan graag een alternatief willen, besluiten we een andere dagtour te boeken. We vragen wat rond en zoeken een beetje. Dan vinden we een dagtour naar Bartolomé. We zijn heel last minute: de vrouw is het bord al aan het binnenhalen en wil al sluiten. Gelukkig heeft ze nog precies twee plekjes!
Eten en ijsjes
Na het boeken van de tour huren we snel twee wetsuits, waarna we rustig kunnen gaan eten. Toch een beetje stress zo op het einde, maar nu alles geregeld is gaan we weer naar Charles Binford. Het eten op Isabela was in verhouding duur en niet fantastisch, dus we kijken uit naar een maaltijd hier!
Gelukkig is het makkelijk hier iets te vinden en we schuiven aan voor een merienda. Na afloop halen we een ijsje op de hoek. Behalve dat ze niet duur zijn, blijken ze ook nog eens superlekker schepijs te hebben! Dan gaan we terug naar het hostel. De dagtour naar Bartolomé begint namelijk al vroeg.
Dinsdag 1 augustus: dagtour naar Bartolomé
Om een uur of 5 staan we alweer naast ons bed. Omdat Bartolomé wat verder varen is, vertrekt deze tour al vroeg. Voordeel is wel dat we ontbijt inclusief hebben, dus we kunnen aankleden en op pad. We besluiten voor het hostel te wachten, omdat de receptie nog dicht lijkt. Helaas is het gaan regenen.. Gelukkig kunnen we onder een afdakje wachten. We staan er net een minuut als we opgehaald worden.
Met een bus gaan we weer het hele eiland over, richting de haven in het noorden. Daar gaan we op de grote boot. We varen met de Altamar. Op het plaatje zag hij er al mooi uit en dat is hij ook: zeker de mooiste die we tot nu toe gehad hebben! Op de boot schuiven we gelijk aan voor ons ontbijt. Dit is ook uitgebreid, met gebakken eieren, sap en zelfs kaas (helaas geen Nederlandse kaas).
Daphne Major
Na een stukje varen passeren we het eiland Daphne Major. Deze wordt bijna nooit bezocht door toeristen, omdat het heel lastig is aan te leggen. Het is een vulkaanrots die hoog uit het water steekt. Op de rots kun je blauwvoetgenten (blue footed boobies) en nazcagenten (Nazca boobies) zien. We varen heel dicht langs de rots om de vogels te zien. De boot is groot en we kunnen dus op het voordek zitten, dus we zitten ook nog eens eerste rang. Deze vogels hebben we nog niet echt gezien, dus dat is leuk.
We varen een heel rondje om het eiland heen en komen erg dichtbij. Heel leuk, want er zitten veel vogels, ook veel pelikanen. Daarna varen we door naar Bartolomé, wat vanaf hier ook weer een stuk is. Volgens de gids zien ze hier vaak dolfijnen, dus ik blijf op het voordek zitten. Helaas hebben we geen geluk.
Een vulkanisch eiland
Eindelijk komen we dan aan bij Bartolomé. We gaan met het kleine bootje naar de plek waar we aan land kunnen. Vanaf hier loopt een pad (houten steiger) over het eiland naar het uitzichtpunt boven. Als we aan land komen wacht ons een verrassing: een pinguïn! Deze pinguïn zit naast de trap, dus superdichtbij. Wat een geluk! We komen niet te dichtbij, zodat iedereen de kans heeft hem even te zien.
Dan nemen we het pad het eiland op. We stoppen op meerdere plekken, waar de gids uitleg geeft over het vulkanische eiland. De rotsen zien er groot en zwaar uit, maar het lavagesteente is hol van binnen. We mogen er eentje vasthouden, zodat we kunnen voelen hoe licht het is. Op dit eiland leven alleen lavalizards (kleine hagedisjes) en sprinkhanen. Er zijn ook bijna geen planten.
Een prachtig uitzicht
Bovenop het eiland heb je dan eindelijk het uitzicht. Dit noemen ze zelf ‘het bekende uitzicht’, maar zo bekend vond ik het zelf niet. Je schijnt dit echter vaak te zien op foto’s van de Galápagoseilanden. Of het nu bekend is of niet, mooi is het in elk geval. Zelfs als je al foto’s hebt gezien is het nog steeds een fantastisch gezicht.
Zelfs zonder dat het heel zonnig is, is het een heel mooi uitzicht. Het weer is afwisselend zonnig en bewolkt, maar het is gelukkig wel droog. Nadat we een tijdje van het uitzicht hebben genoten, gaan we terug naar beneden. We gaan met het kleine bootje weer terug naar onze boot. De pinguïn is er inmiddels weer vandoor, maar we kunnen nu wel de krabben goed zien.
Snorkelen bij Santiago
Alsof we niet al genoeg eilanden hebben gezien, varen we nu door richting alweer een nieuw eiland: Santiago. We gaan hier slechts een heel klein stukje aan land (alleen op het witte strand), maar toch. In deze baai kunnen we snorkelen. We mogen zelf, zonder gids, wat altijd fijn is.
De goede zwemmers mogen helemaal rondom de rotsen verderop zwemmen. Aangezien wij beiden prima kunnen zwemmen, laten we ons dat geen twee keer zeggen. Samen met een paar anderen uit onze groep zwemmen we dus langs de rotskust. De gids zegt dat daar soms pinguïns zwemmen. Dat lijkt ons te mooi om waar te zijn, maar er zwemmen genoeg mooie vissen.
Pinguïns?
En dan, opeens, stoppen de paar jongens van een andere groep die voor ons zwemmen ineens. En even later meer mensen. Ik zwem er snel heen en dan zie ik hem: een pinguïn! Hij zwemt superdichtbij tussen de mensen. Snel sein ik naar Hugo (die is inmiddels goed in mijn onder-water-geluiden wat betreft dieren) en kunnen we de pinguïn goed bekijken.
De ene keer zwemt hij tussen ons in, met zijn hoofd boven water, dan weer duikt hij onder om in de diepte te gaan vissen. Wat een bijzondere ervaring! We zien verderop ook nog drie pinguïns op een rots en later nog een zwemmende pinguïn. Er komt ook nog een zeeleeuw voorbij, maar die heeft niet zoveel zin om te spelen.
Lunch op de boot
Als we ons uiteindelijk los hebben gekregen van de pinguïns, gaan we terug naar het strand. De service van de boot is echt heel goed: er komt halverwege nog een man met het kleine bootje om te kijken of alles goed met ons gaat, toch wel een prettig idee.
Terug bij het strand is er nog een verrassing: de pinguïns zijn mee gezwommen! Ze zwemmen nog wat rond, zodat degene die niet zo ver durfden te zwemmen ze ook nog konden zien. Onze dag kan niet meer stuk!
Op de boot drogen we ons af en gaan de koude wetsuits uit. We krijgen onze lunch, die heel erg lekker is. Deze boot is echt de mooiste waar we op gezeten hebben, dus dat is een goedmakertje na de tegenvaller dat we niet naar Floreana kunnen.
Terug naar Puerto Ayora
Tijdens de lunch varen we al rustig terug naar Santa Cruz. Na het eten kleden we ons weer om en kletsen we nog wat met de andere mensen uit de groep. We hebben vandaag een heel leuke groep, met onder andere mensen die een hele poos in Cusco hebben gewoond. Ze zijn ook allemaal heel behulpzaam als ik weer een beetje zeeziek aan het worden ben.
Na deze geslaagde dag komen we weer aan in de haven. We gaan met de bus terug naar Puerto Ayora. Met één Amerikaans stel spreken we af dat we die avond gaan eten in Charles Binford. Morgen gaan we namelijk echt weg van Santa Cruz, dus we willen wel een afscheidsetentje.
Eenmaal in Puerto Ayora nemen we een douche voor we weer het stadje ingaan. Daar brengen we de gehuurde wetsuits terug en kopen we een ticket voor de boot naar San Cristóbal, die we de volgende ochtend willen nemen. Netjes op tijd komen we op de afgesproken plek aan.
Het laatste avondmaal op Santa Cruz
Samen lopen we naar Charles Binford, waar de tafels alweer op straat staan. We leggen uit hoe ze de goedkope meriendas kunnen herkennen. Wij kiezen uiteindelijk een merienda, zij besluiten een kreeft te delen. Het duurt even voor we ons eten krijgen, maar gelukkig is het heel gezellig.
Na het eten laten we ze ook nog even de haven zien, waar de kleine haaien zwemmen. Vandaag hebben we extra veel geluk, want er zijn ook vissende pelikanen en een zeeleeuw. Heel tof om te zien. We nemen afscheid en gaan dan naar bed.
Woensdag 2 augustus: richting het laatste eiland
De volgende dag staan we weer vroeg naast ons bed. We hebben een vroege boot, dus we moeten alles inpakken en ontbijten. In de haven laten we onze bagage controleren. Dit keer heb ik een heel grondige vrouw en mag ik alles openmaken, maar gelukkig is er niets aan de hand. Dan is het wachten tot we eindelijk de boot op kunnen.
Gelukkig is het onze laatste ferry, want het is wederom geen pretje. Na ongeveer twee uur komen we aan in Puerto Baquerizo Moreno, de hoofdstad van de Galápagoseilanden. Het voordeel van de haven hier is dat de meeste boten er gewoon aan kunnen leggen, dus we hoeven nu niet met een taxiboot. Het hostel dat ons is aangeraden is gelukkig niet ver vanaf de haven. We checken in en gaan het eiland verkennen.
Lunch en San Cristóbal
Na een rondje door het stadje gaan we eerst even lunchen. We hebben bij verschillende maatschappijen informatie gevraagd over de tours, dus we kunnen nu even nadenken over wat we willen. Op een terras zien we een gezin met wie we al een paar keer op de boot hebben gezeten, dus we besluiten daar een tafel te nemen. We kletsen even, voor zij weer op pad gaan. Ze hebben hier ook weer menu’s. Iets duurder en iets minder lekker dan op Santa Cruz, maar wel beter dan op Isabela. Als we een keuze gemaakt hebben en het eten op is, gaan we op pad.
Na het boeken van de tours (we boeken ze bij dezelfde maatschappij, zodat we nog wat korting krijgen) willen we de rest van de middag besteden aan het verkennen van San Cristóbal. Ik kijk even wat haalbaar is en we besluiten richting het interpretatiecentrum te wandelen. Hiervoor lopen we het dorpje uit en komen we nog langs een mooi strand, Playa Mann. Ook hier liggen de zeeleeuwen lekker tussen de mensen. Ons was al verteld dat dit eiland echt van de zeeleeuwen is en dat is ook zeker te zien.
Het interpretatiecentrum geeft veel informatie over het eiland en de geschiedenis, waardoor ik het qua informatie de meest interessante van de drie vond. Op dit eiland is het echter niet de plek waar je de schildpadden kunt vinden. Rondom het centrum liggen allerlei paden. We volgen het pad richting Cerro Tijeretas.
Cerro Tijeretas
Eerst kom je richting een uitzichtpunt over deze berg. De naam dankt deze berg aan de vele fregatvogels die er nesten hebben: hun staart lijkt op een schaar, vandaar ’tijeretas’ (scharen). Wij hebben natuurlijk al veel fregatvogels gezien op North Seymour, maar het blijven prachtige vogels. Een stukje verder kom je bij de baai met dezelfde naam. En dit is denk ik één van de mooiste plekjes op de Galápagoseilanden, met helderblauw water.
Het is echter vrij druk bij deze baai (hoewel de mensen zich op de foto achter de rots verstoppen denk ik, haha) en Hugo heeft ook niet echt zin om het koude water in te gaan. We besluiten dit te bewaren tot een ander keertje en volgen de trail verder. Boven de baai heb je mooi uitzicht op de berg en de fregatvogels en staat ook een standbeeld van Charles Darwin.
Playa Punta Carola
We volgen de paden verder en lopen dwars door de bijzondere natuur van de Galápagoseilanden. Uiteindelijk komen we uit bij een ander strand, Playa Punta Carola. Omdat ik heb gelezen dat de zonsondergang hier heel mooi is, besluiten we hier te blijven. Er liggen ook hier weer veel zeeleeuwen, dus ik ga hier snorkelen. Het is even lastig om het water in te komen door de lavarotsen. De zeeleeuwen hebben ook niet echt zin om te spelen. Wel zie ik een zeeschildpad, dat blijft toch heel bijzonder.
Als ik weer uitgezwommen ben, droog ik me af en gaan we op het strand zitten. Dat dit een mooie plek is zien we ook bevestigd, want vlak voor de zon onder gaat komt er een groep met gids. Dat geeft niet, er is plek genoeg. De zonsondergang is inderdaad mooi, dat hebben ze niet gelogen. Doordat we zo dicht bij de evenaar zitten gaat hij ook erg snel onder. We gaan daarom na zonsondergang terug naar het hostel, want het is ook snel donker.
We gaan nog even het dorp in om in een restaurantje te eten, maar daarna gaan we naar bed. Morgen mogen we ons weer op tijd melden voor een dagtour.
Donderdag 3 augustus: dagtour naar Española
Deze dag is het tijd voor de tour naar Isla Española. Dit eiland ligt een heel stuk ten zuiden van San Cristóbal. De reden dat we hier zo graag heen willen is omdat je hier de albatros kan zien broeden: deze vogel is nergens anders op de Galápagos te zien. De specifieke soort leeft voornamelijk op zee en is dus überhaupt niet makkelijk te spotten.
Na ons ontbijt lopen we naar het kantoor waar we geboekt hebben. Er is nog niemand, dus we gaan op de stoep zitten. Ik check nog even de bevestiging, maar er staat echt dat we bij het kantoor afspreken. Na een poosje wachten komt er inderdaad iemand om ons binnen te laten.
De boot op
Samen met hem en onze wetsuits en snorkels lopen we naar de haven. Hier moeten we even wachten tot we worden voorgesteld aan onze groep. We hebben een kleine groep vandaag. We varen met een catamaran, dat leek Hugo een keer leuk en die is hopelijk wat rustiger. Typisch bestaat het grootste deel van onze groep uit Nederlanders.
Samen met onze groep en twee gidsen (eentje is denk ik nog in opleiding) gaan we met de taxiboot naar de catamaran. Deze kan helaas niet aanleggen in de haven, hoewel de meeste boten dat we kunnen. Het is een flink stuk varen naar Española, wel twee uur.
Snorkelen
Na de twee uur (die helaas niet zo rustig waren als gehoopt, maar die we wel hebben overleefd) komen we aan op het eiland. Eerst gaan we snorkelen. Hoewel heel mooi, is het niet spectaculair. Snorkelen op deze mooie plek in de wereld is echter altijd leuk, dus erg vind ik het niet. En dan wordt het toch nog een bijzondere ervaring: er komen een paar zeeleeuwen tevoorschijn! Zij hebben wel zin om te spelen. Ik zwem steeds een rondje in het water, waarna de zeeleeuw dit ook doet. Zo zwemmen we steeds heen en weer langs elkaar. Ik houd netjes afstand, maar de zeeleeuw lijkt het een superleuk spel te vinden, want hij blijft dicht in de buurt. Uiteindelijk zijn er zelfs twee zeeleeuwen! Dit kan ik eindeloos volhouden, maar uiteindelijk zijn de zeeleeuwen er wel klaar mee en gaan ze weer weg.
Voordeel van het feit dat we meteen gaan snorkelen is wel dat we meteen daarna kunnen lunchen, want dat proberen ze altijd te doen nadat je in het water bent geweest. We hebben weer een heel lekkere lunch met onder andere de bananenchips. Dat vind ik vooral fijn, want die vind ik echt superlekker. Als ze niet veel gegeten worden, eigen ik mezelf dan ook een bakje toe, want deze lust ik altijd wel.
Zwemmende zeeleguanen
Na de lunch nemen we het kleine bootje om Isla Española op te gaan. Ze doen extra hun best om op droog op de kant te krijgen, zodat we geen natte schoenen krijgen. In de boot erheen zie ik allerlei dingen in het water. Nieuwsgierig vraag ik wat het zijn. Het blijken zwemmende leguanen! Hoewel ik deze al een keer eerder heb gezien bij Tortuga Bay, had ik ze van veraf niet herkend. Heel gek om een heleboel zeeleguanen rond te zien zwemmen.
En eenmaal op het eiland blijkt het de perfecte plek te zijn voor babyzeeleeuwen. Er liggen er meerdere, soms met moeder, soms alleen. Zo klein en zo vreselijk schattig! We kunnen er wel uren naar kijken.
De albatros
Het echte hoogtepunt is echter de albatros. Er is een trail over het eiland, waarbij je veel van het eiland kunt zien. We komen eerst langs de rotsen, waar veel Nazcaboobies zitten. Deze vogels hebben we nog niet van zo dichtbij gezien, dus dat is leuk. Ook worden we hier weer verblijd met wat blue footed boobies, toch de onbetwiste favoriet. Het water slaat ook heel mooi tegen de rotsen beneden de klif: het is echt een bijzonder eiland.
En dan komen we eindelijk bij de bijzondere zeevogels: de albatros. Deze kun je eigenlijk alleen hier echt zien. De albatros komt alleen aan land om te broeden, verder leeft hij eigenlijk altijd op zee. Dat betekent dat het lastig is ze te zien. Op de Galápagoseilanden broeden ze alleen op dit eiland, wat het extra bijzonder maakt. En ook deze vogels zijn totaal niet bang: ze hebben nesten tot vlak langs het pad.
De albatros is een grote vogel, maar ook een beetje onhandig. Hij loopt een beetje sukkelig, wat erg grappig is om te zien. Hoewel ik niet bepaald fan ben van vogels en zeker niet van grote vogels, houden deze dieren genoeg afstand om ze vooral heel mooi te vinden.
Nog meer vogels
Behalve verschillende albatrossen, de Nazcaboobies en de blue footed boobies zien we nog een bijzondere vogelsoort: de Galapagos hawk, oftewel de galápagosbuizerd. Deze roofvogel is altijd lastig te spotten. Hoewel we er tijdens het wandelen al meerdere zien vliegen, zijn ze zo snel dat het lastig te zien is. Maar dan hebben we geluk: op zichtbare afstand vanaf het pad kunnen we er eentje zien zitten op haar nest! Ze is niet heel dichtbij, maar we kunnen het wel zien. Toch wel weer bijzonder, want deze hadden we ook nog niet gezien.
Na deze ronde moeten we helaas alweer afscheid nemen van dit mooie eiland. Vlak voor we het bootje op gaan zien we nog een zeeleeuwtje die een zeeleguaan aan het pesten is: hij trekt het diertje aan zijn staart. Dit is natuurlijk speels gedrag, maar de zeeleguaan rent er zo snel mogelijk vandoor: die vindt het maar niks.
Terug op de catamaran begint onze lange reis terug naar San Cristóbal.
Eten en uitrusten
Terug in Puerto Baquerizo Moreno doen we eigenlijk niet meer zo heel veel. We nemen een douche, hangen de wetsuits te drogen en rusten even uit. In de avond gaan we weer op pad, zodat we brood kunnen kopen voor de volgende dag en weer ergens kunnen gaan eten. Morgen begint onze laatste dagtour!
Vrijdag 4 augustus: een rondje om San Cristóbal
Eén van de populairste dagtours op San Cristóbal gaat naar Kicker Rock. Deze rotsformatie op zee heeft een smal kanaal ertussen. Behalve dat dit een bekend beeld is, zou het ook een supergoede plek zijn om te snorkelen. Tijdens onze excursie naar North Seymour kreeg ik echter van een meisje de tip om een andere tour te doen. Je vaart dan een heel rondje om San Cristóbal, waardoor de tour heel toepasselijk San Cristóbal 360 heet. Toen ze vertelde dat ze ook nog dolfijnen hadden gezien, wist ik dat we deze tour moesten doen, haha.
Vandaag gingen we op een soort speedboot, dus wat minder comfortabel, want die gaan vreselijk hard. Een andere verrassing was dat de, iets oudere, gids geen Engels sprak. Dat is voor ons niet erg, want wij spreken goed genoeg Spaans, maar dat was ons niet verteld. Iedereen op onze boot kon Spaans (de meesten kwamen ook uit Zuid-Amerika, hoewel de meesten er niet meer wonen), dus gelukkig was dat niet erg.
Snorkelen met gigantische roggen
Onze eerste stop, na een hobbelige speedbootrit, is om te snorkelen. We gaan een prachtig wit strand op: Playa de Bahia Rosa Blanca. Al snel zwemmen er twee roggen door het water vlakbij het strand, heel tof! We gaan hier echter niet snorkelen, maar lopen over de lavarotsen naar een baai aan de andere zijde.
Met wat moeite gaan we het (koude) water in, want we moeten over de lavarotsen. Het snorkelen hier is achter de gids aan. Het is een beetje teleurstellend: het water is niet heel helder en we zien niet veel, alleen wat vissen. Maar Hugo en een andere jongen spotten we een gigantische rog op de bodem! Echt een paar meter, niet normaal. Daar zwemmen we allemaal even omheen.
Na een poosje vind ik het echt te koud worden en ga ik eruit. Er zit een krabbetje op Hugo’s schoenen, maar die gaat er snel vandoor als ik er uit ben geklommen. Na een poosje volgt de rest ook en gaan we terug naar de boot.
Op weg naar Punta Pitt
Van Rosa Blanca is het weer een stukje varen naar Punta Pitt, de volgende stop tijdens deze tour. Omdat de zee erg wild is aan deze kant van het eiland, probeer ik een beetje te slapen, want dan ben ik minder snel misselijk. De zeeziektepillen werken gelukkig wel goed, dus ik voel me een stuk beter dan sommige anderen in onze groep.
Ik ben een beetje weggezakt als ik het plotseling hoor: ‘Delfines!’ Al zo lang ik me kan herinneren zijn dit mijn favoriete dieren, maar ik heb ze nog nooit gezien buiten een dolfinarium. Ik weet dus niet hoe snel ik met mijn camera naar het achterdek moet rennen. Dat gaat niet zo soepel als het klinkt, want we gaan nog steeds hard en hobbelend over de golven.
Een poosje zwemmen de dolfijnen met onze boot mee. Ze springen, surfen over de golven en zwemmen langs de boot. Ik vind het fantastisch. Helaas besluiten ze na een poosje om iets anders te gaan doen en verlaten ze ons weer. Maar ik ben blij, want dit wilde ik het allerliefst nog zien!
Punta Pitt
Een andere bekende plek op San Cristóbal is dus Punta Pitt. Dit is de enige plek op de eilanden waar je alledrie de boobies kun zien, dus ook de zeldzamere red-footed boobies (roodpootgenten). Hier loopt over land een trail. Omdat wij niet de excursie doen naar Punta Pitt, gaan we hier niet aan land, maar varen we er alleen langs. Dit betekent geluk hebben of niet: soms zie je de red-footed boobies, soms niet.
Na een poosje langzaam te hebben gevaren zien we wel de blue-footed boobies en de Nazcaboobies, maar de red-footed laten zich helaas niet zien vandaag. Tijdens het rustig kabbelen gaan we ook lunchen, zodat het weer kan zakken voor onze volgende snorkelmomenten.
Bahia Sardina
De tweede snorkelplek is Bahia Sardina. Dit is een prachtig wit strand, waar je ook kunt snorkelen. Hugo gaat hier met een aantal mensen het water in. Ik vind het echter maar koud. Ook zijn hier vooral weer dieren te zien die we al kennen, zoals zeeschildpadden. Heel verwend, maar ik besluit lekker over het strand te struinen en op te drogen in het zonnetje. Straks komt onze laatste snorkelplek, waar we al veel goeds over hebben gehoord.
Na een poosje pauze te hebben gehouden en te hebben uitgerust op het strandje, nemen we de boot naar de laatste stop. Al sinds we aan de andere kant van het eiland zijn is het water iets rustiger, dus dat is wel fijn voor de zeeziekte.
Kicker Rock
De bekendste excursie vanaf San Cristóbal gaat naar Kicker Rock. Deze rots heeft twee namen, want je kunt hem ook kennen als León Dormido (de slapende leeuw). Waarom dat zo is weet geloof ik niemand, maar feit is dat hij twee namen heeft. Het is een rotsformatie in het water, waar door de tijd heen een smalle gang tussen is gesleten. Hier schijn je goed te kunnen duiken en snorkelen, vaak met zeeleeuwen en haaien. En soms zelfs hamerhaaien!
Ook hier is het water weer koud, maar we zijn heel benieuwd. We snorkelen eerst door de smalle gang. Daarna maken we een rondje om de rotsformatie heen. We zien wat vissen en een heel toffe zeester, maar daar blijft het ook bij. Wel worden zowel ik als een ander meisje in de groep geprikt door babykwalletjes.. Helaas is deze snorkelronde geen succes. Jammer, want we horen soms zulke goede verhalen!
Terug naar San Cristóbal
Vanaf Kicker Rock is het niet heel ver meer terug naar de haven. We moeten dus helaas onze laatste dagtour afronden. Het positieve daarvan is dat we niet meer zeeziek gaan worden deze reis, haha.
Weer op het vasteland nemen we afscheid van de anderen in onze groep. We brengen de wetsuits en snorkels terug en nemen thuis een lekkere douche (hoewel, onze douche is niet echt goed, helaas). Daarna lijkt het ons een goed idee nog een keertje de zonsondergang te bekijken op een mooie plek. Vlakbij Puerto Baquerizo Moreno ligt Playa Mann. Op dit strandje nemen we plaats tussen de zeeleeuwen en andere mensen op de zonsondergang te bekijken.
We sluiten de dag af met lekker eten en gaan dan slapen. Nog een paar dagen op de Galápagoseilanden..
In het laatste deel zal ik je alles vertellen over de onze laatste dagen in Zuid-Amerika, want na 2,5 maand gaan we dan weer richting Nederland.
Meer lezen over deze reis? Bekijk ook de andere delen:
- Reisdagboek #1: Aankomst en Lima
- Reisdagboek #2: Huacachina, Nazca en Arequipa
- Reisdagboek #3: Hiken in de Colca Canyon
- Reisdagboek #4: Titicacameer in Peru
- Reisdagboek #5: La Paz en de Death Road
- Reisdagboek #6: Cochabamba en Sucre
- Reisdagboek #7: Dinosaurussen en Potosí
- Reisdagboek #8: Zilvermijnen en Tupiza
- Reisdagboek #9: Van Tupiza naar Salar de Uyuni
- Reisdagboek #10: Titicacameer en Cusco
- Reisdagboek #11: Incaruïnes en Rainbow Mountain
- Reisdagboek #12: Inca Trail
- Reisdagboek #13: Trujillo in Noord-Peru
- Reisdagboek #14: 6 dagen in de Manujungle
- Reisdagboek #15: De eerste dagen in Ecuador
- Reisdagboek #16: Eerste week op de Galápagoseilanden
- Reisdagboek #18: Walvis spotten in Salinas
Dit vind je misschien ook leuk om te lezen: