Reisdagboek #11: Incaruïnes en Rainbow Mountain
Omdat we inmiddels op de Galápagoseilanden zijn gearriveerd kon ik geen reisdagboeken online zetten: de wifi hier is helaas niet al te best. Gelukkig hebben we nu een hostel waar het internet een stuk beter werkt en daarom deze week toch een reisdagboek. We moeten wel even een stukje terug in de tijd, naar onze dagen in Cusco en the Sacred Valley. En we beklimmen de prachtige Rainbow Mountain.
Woensdag 5 juli: Incaruïnes rondom Cusco
De dag na onze avonturen in de Manujungle en onze eerste dagen in Cusco blijven we rondom Cusco. We besluiten om de omliggende ruïnes te bezoeken.
Met de bus
We hebben in de reisgids een adres gevonden vanaf waar de bussen rijden. We lopen dus naar deze halte. Hier is inderdaad een bushalte, dus daar gaan we zitten. Er passeren een paar bussen, maar helaas niet de bus naar Pisac, die we zoeken. Volgens het boekje zou er een heel busstation moeten zijn, maar wij zien het niet..
Dan komt er gelukkig toch een bus naar Pisac langs. We stappen in en vragen of ze kan stoppen bij Tambomachay, de ruïne die het verst van Cusco is. Ze doet even moeilijk, maar gelukkig kan het toch. Na nog een stop verderop in de stad (waar ze een poging doen de bus vol te krijgen) rijden we richting Pisac.
De boleto turístico
Bij Tambomachay stopt de bus netjes om ons uit te laten stappen. Hier lopen we naar de entree. We worden weer een stukje teruggestuurd, waar we bij een hokje de boleto turístico kunnen kopen. Dit is een algemeen ticket waarmee je verschillende dingen kunt bezoeken, waaronder de ruïnes. Helaas is het niet mogelijk om alleen toegang tot de ruïnes te kopen. Je kunt wel een boleto kopen die niet overal geldig is, maar de prijs scheelt weinig en die is minder lang geldig.
Met de boleto (die 10 dagen geldig is) op zak kunnen we eindelijk toch naar binnen.
Tambomachay
Deze eerste archeologische plek is vrij klein, dus qua volgorde doen we het goed. Het wordt ook wel ‘El Baño de Inca’ oftewel ‘Het Bad van de Inca’ genoemd. De reden hiervoor is dat de ruïnes bestaan uit aquaducten en kanalen. Deze werken nog steeds: de Inca’s waren hier, net als de Romeinen, erg goed in.
De functie van Tambomachay is niet duidelijk, omdat de Inca’s geen schrift hadden en we dus bijna niets over hen weten. De Spanjaarden hadden geen al te goede band met de Inca’s, waardoor er helaas ook niet echt mondeling veel overgebleven is van de gebruiken. Eigenlijk is “Inca’s” ook niet het goede woord: dit waren de leiders van hun rijk. De inwoners heetten eerder Quechua’s of gewoon Peruanen (hoewel Peru natuurlijk nog niet bestond).
Puka Pukara
Schuin tegenover Tambomachay is de tweede ruïne al te vinden. Puka Pukara (het rode fort) wordt gezien als een militaire basis, een plek om het Incarijk en Cusco te verdedigen. Op deze plek kun je al goed zien hoe goed ze in die tijd konden bouwen. Ze gebruiken losse stenen, die zonder cement op elkaar staan. De stenen zijn zo gemaakt dat ze exact in elkaar passen. Deze manier van bouwen is heel stevig: het blijft zelfs staan met aardbevingen.
De reden dat we nu ruïnes zien en geen hele gebouwen is niet door natuurrampen, maar doordat er in het verleden niet zo netjes om is gegaan met deze bijzondere plekken. Zowel de Spanjaarden als de lokale bevolking heeft, nadat het Incarijk ten einde is gekomen, deze plaatsen afgebroken en de stenen opnieuw gebruikt op andere plekken. In bijvoorbeeld Cusco is nog te zien hoe de fundering van de Incagebouwen gebruikt is voor de nieuwe gebouwen: de onderste laag bestaat vaak uit de typerende stenen.
Op zoek naar Q’enqo
De volgende Incaruïne die je tegenkomt als je van Tambomachay terug naar Cusco loopt is Q’enqo. Als het goed is. Maar hoewel Hugo en ik netjes de weg aflopen en ook vanuit de bus een bordje hebben gezien, komen we deze niet tegen.. Wel worden we getrakteerd op prachtige uitzichten over the Sacred Valley. De Heilige Vallei ligt rondom Cusco en bevat naast de ruïnes die we vandaag bezoeken nog veel meer ruïnes. Cusco was de hoofdstad van het Incarijk, vandaar dat deze plek zo belangrijk was.
We lopen onderweg ook door een deel met aan weerszijden allerlei restaurantjes. We besluiten bij één van deze plekken te gaan lunchen. Voor een heel klein bedrag kunnen we hier forel eten. En tot onze opluchting is deze forel heel lekker, dus dat was een goede keuze.
We lopen de hele weg af, maar Q’enqo komen we niet tegen. Wel komen we uit bij de laatste ruïne op deze route..
Saqsaywayman
Deze is het bekendst van alle omliggende ruïnes denk ik (na Machu Picchu natuurlijk) en ligt heel dicht bij Cusco. De naam spreek je grappig genoeg zo uit dat het erg lijkt op ‘sexy women’, wat de naam weer een stuk makkelijker te onthouden maakt.
Deze ruïne is ook meteen de druk bezochtste van allemaal. We lopen het complex in en gaan eerst naar het uitzichtpunt over de stad, waarbij je heel Cusco kunt zien liggen. Omdat Hugo inmiddels wel genoeg ruïnes heeft gezien, laat ik hem hier achter en ga ik zelf op ontdekking door het complex.
Wat de functie van Saqsaywayman was, weten we wederom helaas niet precies. Het is in ieder geval wel het vermoeden dat het gebouwd is in de vorm van het hoofd van een poema. De poema is één van de drie dieren die in Peru een belangrijk onderdeel vormen van de diereneenheid die ze kennen: de poema, de slang en de condor. Deze staan voor de lucht, de aarde en de onderwereld, hoewel ze niet echt geloofden in hemel en hel. Het idee is dat Cusco is gebouwd als het lichaam van de poema en Saqsaywayman als het hoofd. Je kunt dit zien in de zigzaggende muur die er staat, die de tanden moesten voorstellen.
Een groot complex
Deze ruïne is ontzettend groot en ik loop er wel een uur rond. Na dat uur vind ik Hugo weer terug, die ook maar eens is gaan kijken wat ik allemaal aan het doen ben. Omdat de avond inmiddels valt en Saqsaywayman gaat sluiten, lopen we terug naar Cusco. Dit gaat via een aantal steile trappen naar beneden, die uitkomen op het Plaza de Armas van Cusco.
Donderdag 6 juli: Urubamba, Moray en Salinas
De volgende dag gaan we the Sacred Valley in. We nemen in de ochtend de bus naar Pisac. Dat is dezelfde bus die we de dag ervoor namen naar de eerste ruïne, dus dat is wat makkelijker te vinden. Het is wel even proppen met de backpacks, maar het lukt.
Aangekomen in Pisac wandelen we naar het hostel dat we hebben uitgezocht. Deze heeft gelukkig nog plek en is best wel mooi. We laten onze spullen hier achter en gaan gelijk weer op pad, want we willen een heleboel zien vandaag.
Urubamba
Onze eerste stap is de bus naar Urubamba. Na even zoeken en rondvragen vinden we deze gelukkig. De bussen in Peru zijn supergoedkoop en inmiddels zijn we vrij goed geworden in deze kleine busjes, dus dat maakt het reizen een stuk makkelijker dan in het begin.
In Urubamba hebben we best wel honger gekregen en besluiten we dus even een pauze te houden. We vinden op WikiTravel een leuk restaurantje, Kaia. Het is even een stukje lopen, maar we kunnen het wel vinden. Hier kunnen we heel lekker eten in een mooie tuin.
Op naar de volgende stop
Vanaf Urubamba is het even uitzoekwerk. Ik heb natuurlijk bedacht dat ik iets onmogelijks wil bezoeken waar weinig mensen naartoe gaan, wat het reizen erheen een beetje ingewikkeld maakt. We vragen een beetje rond bij verschillende busjes. Gelukkig zijn die wel behulpzaam en helpen ze ons de juiste bus te vinden.
Dit busje zet ons af bij de afslag naar Maras. Dit dorpje ligt op de route richting de Incaplek Moray. Het is niet echt een ruïne, maar het zijn een soort cirkelvormige terrassen. De functie hiervan is niet duidelijk (alweer). Omdat de verdiepingen van de terrassen allen een andere hoogte hebben en dus een andere temperatuur en ander klimaat, wordt er gedacht dat het gebruikt is als een soort testplek voor verschillende gewassen.
De taxi naar Moray en Salinas
Maar we moeten er eerst nog zien te komen. Bij de afslag staat een taxi die ons wel mee wil nemen, maar we vinden hem te duur. We lopen wel tot drie keer toe weg als hij een prijs noemt. Dat is wel een beetje bluf, want hoewel Maras op loopafstand ligt, is dat zeker niet het geval voor Moray. Uiteindelijk mogen wij een prijs noemen en neemt de taxi ons mee: waarschijnlijk omdat het niet echt druk is met andere toeristen.
Het is een stukje rijden over een flinke hobbelweg, maar dan komen we aan bij Moray. Deze zit inbegrepen bij onze boleto, dus dat scheelt alweer.
Moray
Dan komen we eindelijk bij de terrassen van Moray. Het is er inderdaad rustig: weinig mensen reizen af naar dit deel van the Sacred Valley. Als je over de rand kijkt is het meteen een bijzonder gezicht. De terrassen zijn heel groot en je kunt ook helemaal naar beneden lopen.
Wat Hugo’s interesse vooral heeft zijn de prachtige uitzichten rondom Moray over de bergen: the Sacred Valley is een heel mooi deel van Peru, zonder twijfel. We hebben al zin om er meer van te zien tijdens de Inca Trail.
Nadat we hebben rondgelopen bij Moray is het tijd voor de volgende stop: Salinas. We gaan terug de taxi in en rijden de weg af richting deze zoutbaden.
Salinas de Maras
Al als we over de weg aan komen rijden hebben we uitzicht over de zoutbaden. Het is een indrukwekkend gezicht: honderden zoutpannen die zich over de bergwand verspreiden. Dichterbij kun je er vlak langs komen en is het misschien nog wel mooier.
Er wordt zout water deze baden ingeleid, waar het doorheen stroomt. Uit het laagje water dat achterblijft worden het zout gehaald door de eigenaar van het zoutbad. Dit zien we hen op enkele plekken ook doen. Tussendoor lopen ook allerlei kanaaltjes waar het water doorheen stroomt, echt een bijzonder gezicht. Ze zeggen dat men hier al sinds de tijd van de Inca’s zout vandaan haalt.
Na deze stop brengt de taxi ons weer terug naar de afslag richting Maras. Hier wachten we tot er een bus voorbij komt die ons weer terug kan brengen naar Urubamba.
Terug naar Pisac
In Urubamba willen we de bus weer uitstappen op de plek waar we ook uitgestapt zijn toen we uit Pisac kwamen. De vrouw van de bus zegt echter dat we beter mee kunnen rijden naar het busstation, omdat we daar makkelijker een bus kunnen vinden. We besluiten maar naar haar te luisteren en blijven zitten tot het busstation.
Op het busstation vragen we rond, maar iedereen zegt dat er nu geen bus naar Pisac is en dat we moeten wachten. Verschillende taxichauffeurs willen ons wel brengen, maar dat is ons te duur. Na even wachten komt er echter nog steeds geen bus.
Eén van de buschauffeurs vindt het vervelend voor ons en probeert te helpen. Na even rondvragen denkt hij echter dat er vandaag helemaal geen bus meer teruggaat. We zijn al bang dat we toch met de taxi moeten als hij met een andere oplossing komt. Hij houdt een kleine mototaxi/tuktuk aan en vraagt hem ons ergens heen te brengen waar misschien wel bussen gaan.
Eindelijk thuis
Deze mototaxi brengt ons naar… de plek waar de in eerste instantie uit de bus hadden willen stappen. We staan er net 5 minuten als er inderdaad een bus naar Pisac aankomt. Gelukkig komen we dus toch nog goedkoop thuis. Wel een beetje irritant, want die vrouw heeft ons dus helemaal naar het busstation laten gaan en toen laten betalen om weer terug te gaan.. Voortaan dus gewoon weer doen wat we zelf denken.
Vrijdag 7 juli: Pisac
Deze dag hoeven we niet als een gek rond te reizen, maar blijven we lekker in Pisac. We beginnen de dag met een klim naar de ruïnes van Pisac, bovenop de berg. Hiervoor moeten we vanaf het centrale plein een trap omhoog lopen. Ook dit is weer inbegrepen bij de boleto, dus we maken er in elk geval goed gebruik van.
De ruïnes van Pisac
De klim is vrij steil en het is een warme dag, dus we hebben het er een beetje zwaar mee. De reisgids noemt het een goede training voor de Inca Trail, dus dat belooft nog wat.. We komen eerst langs een heleboel terrassen, maar moeten dan nog hoger.
Als we uiteindelijk bij de hoogte ruïne aankomen, is het erg mooi om te zien: er is namelijk helemaal niemand. Al snel komt er een groep vanaf de andere kant (die hebben een taxi genomen voor het ergste stuk omhoog, maar dan zie je niet alle ruïnes), maar gelukkig hebben we er niet echt last van.
De weg terug naar beneden nemen we een andere route, waarbij we weer langs andere ruïnes komen. Mede doordat het zo rustig is en door de hoge ligging zijn dit misschien wel de mooiste ruïnes die we gezien hebben deze week.
Hier, een kip voor jou!
Onderweg naar beneden stoppen we even om wat te drinken. Hugo gaat op een randje zitten. Er komt een klein meisje aangerend dat iets roept over kippen en of we een kip willen. We hebben niet echt interesse – wat moeten we met een kip? – dus we gaan er niet echt op in.
Tot het meisje een paar minuten later aan komt rennen met een kip en deze op het hoofd van Hugo zet, waarbij ze roept dat het een oude kip is en dat we hem mogen hebben. Eh.. Snel gaan we er maar vandoor als ze de kip even van Hugo’s hoofd tilt, want dat is wel een beetje vreemd.
Een poging tot lunchen
Eenmaal beneden gaan we op zoek naar lunch. Het is even zoeken, want er zijn veel opties, maar dit stadje is ook erg toeristisch. Uiteindelijk denken we een goedkope plek voor lunch gevonden te hebben. Echter blijken ze het, ondanks dat we al besteld hebben, heel moeilijk te vinden om ons te serveren. Als vier andere tafels die later binnen zijn gekomen dan wel hun eten hebben, vinden we het mooi geweest en gaan we ergens anders heen. Daar krijgen we gelukkig wel eten.
De kleurrijke markt
Dan is het eindelijk tijd voor dat waar Pisac bekend om is: haar markt. De straten rondom het centrale plein staan vol met kraampjes met allerlei souvenirs. We lopen dus een rondje over de markt. De souvenirs van Peru bevatten veel kleur, waardoor het een kleurrijk geheel is.
Als we de hele markt over zijn, is het weer tijd om terug te gaan naar Cusco. We halen onze spullen op in het hostel en gaan terug naar de busjes. Gelukkig vinden we er al snel eentje die ons naar Cusco kan brengen.
Een nieuw hostel
In Cusco hebben we een nieuw hostel uitgezocht. Ons vorige hostel was in verhouding vrij duur en viel ons voor de prijs een beetje tegen. De nieuwe is een stuk goedkoper en ziet er prima uit. We krijgen een kamer en we kunnen bij deze man gelijk de activiteit voor morgen boeken: de Rainbow Mountain.
Als dit allemaal gelukt is, gaan we de stad weer in. We moeten bevestigen dat we in Cusco zijn bij het kantoor van Peru Treks, waarmee we de Inca Trail lopen, en de tweede helft van het bedrag daar betalen. Omdat we morgen de hele dag op pad zijn, moet dat vandaag.
Als dat gelukt is nemen we plaats bij een bakkertje in Cusco, waar we behalve lekkere koffie ook heel lekkere taartjes eten. En dan is het tijd om te slapen, want we mogen weer vroeg op..
Zaterdag 8 juli: Rainbow Mountain
Alweer veel te vroeg staan we naast ons bed. Vandaag is het tijd voor de Rainbow Mountain, of Vinicunca in Quechua. We moeten weer op tijd klaar staan om opgehaald te worden. Doordat ons hostel aan een trap ligt, kunnen er geen auto’s de straat in. We moeten dus een heel stuk lopen naar het busje, dat een flink stuk verderop staat.
Het busje is verder al wel vrij vol, dus al snel vertrekken we. Het is nog een stuk rijden naar de eerste stop, waar we gaan ontbijten.
Ontbijt
Het ontbijt is in een klein dorpje, waar we met meerdere groepen een grote ruimte in gaan. Daar staan lange tafels. We krijgen broodjes met jam (verrassing) en thee. Als we het al bijna op hebben, komen ze ineens aanzetten met gebakken eieren! Dat was ons niet verteld. Gelukkig houd ik niet zo van brood met jam en had ik nog niet veel gegeten.
Start van de trail
Na het ontbijt rijden we door naar het begin van onze route. Hier moeten we eerst een stukje lopen voor we bij het controlepunt komen, waar de entree gekocht wordt. Vanaf daar mogen we zelf doorlopen tot aan de Rainbow Mountain. Het is namelijk één pad, dus verdwalen is niet aan de orde.
Door de hoogte is het een zware wandeling. Je bent met het busje al flink gestegen en stijgt nog meer tijdens de wandeling. Het eindpunt is maar liefst op 5200 meter. Dit merk je aan alles: je ademhaling is een stuk zwaarder en het lopen is ontzettend vermoeiend.
De hike omhoog
Wij hebben er gelukkig al een hele reis op zitten en zijn al meerdere keren op hoogte geweest. Behalve dat het zwaar is, hebben we dus niet echt last van de hoogte. Anderen zijn echter minder goed geacclimatiseerd (veel mensen vliegen van Lima op zeeniveau, naar Cusco, op 3400 meter) en hebben het zwaar. Voor hen lopen er locals met paarden langs de route, die je kunt huren als het te zwaar is.
Steil naar boven
Het laatste stukje van de hike is het zwaarst: je gaat bijna recht omhoog en daardoor hebben je schoenen amper grip. Maar als je het stukje hebt overleefd, dan zie je hem eindelijk: de Rainbow Mountain!
Naast deze kleurrijke berg is nog een andere berg. Deze klimmen we ook nog op, om een nog mooier uitzicht te hebben.
Deze berg heeft al deze kleuren te danken aan haar mineralen. De reden dat we deze berg kunnen zien is minder leuk: jarenlang heeft ze verborgen gelegen onder een laag sneeuw, maar door de klimaatverandering is ze nu zichtbaar geworden, want de sneeuw is hier gesmolten.
We genieten een poosje van het mooie uitzicht. Het is echter wel flink koud op deze hoge berg, dus na een tijdje beginnen we aan de weg terug naar beneden.
Omlaag lopen is gelukkig minder zwaar dan omhoog en de terugweg is dus minder lang dan de twee uur richting de Rainbow Mountain.
Lunchen
Terug in het busje blijkt dat een aantal mensen het écht heel zwaar heeft gehad met deze hike. Ze zijn helemaal wit weggetrokken. Twee mensen in onze groep zien er echt heel slecht uit, ik denk niet dat ze genoten hebben van het uitzicht.. Het wordt helaas niet echt duidelijk gemaakt als je de trip boekt, maar deze hike is echt niet te doen zonder eerst aan de hoogte te wennen.
Op dezelfde plek als vanochtend het ontbijt hebben we nu een lunch. Het is een buffet, dus we mogen zelf opscheppen. Dat is prettig, want zo kunnen we veel te eten nemen.
Na de lunch gaan we terug naar Cusco, wat weer een lange rit is. Moe halen we snel wat te eten en gaan we terug naar het hostel.
Zondag 9 juli: een dagje Cusco
Vandaag is een rustig dagje, want morgen open we de Inca Trail. Als we zijn opgestaan gaan we eerst ergens proberen de was te laten doen, zodat we schoon de Inca Trail in kunnen. Als dit is gelukt gaan we op pad om wat meer van de stad te verkennen.
Het hijsen van de vlag
Als we op Plaza de Armas komen, speelt er muziek en zitten er veel mensen. We zijn benieuwd, dus we nemen ook plaatsen. Er staan allerlei militairen en er komt een stoet mensen die er belangrijk uitzien aangelopen. Ik heb geen idee wat er gaande is en de mensen naast me ook niet, dus we blijven zitten kijken.
Langzaam wordt het wat drukker en gaat er een Peruaanse man naast me op de trap zitten. Ik besluit hem te vragen wat er is: het blijkt dat ze elke zondag de vlag hijsen op het centrale plein. We blijven een poosje kijken tot de regenboogvlag van Cusco hoog in de mast hangt. Het is echter een vrij lange ceremonie, dus na een tijdje gaan we maar weer verder de stad in.
San Blas
Onze eerste stop is de wijk San Blas. Dit is een gezellige wijk met smalle straatjes, waar we doorheen wandelen. Ook gaan we hier een broodje eten. We vinden een leuk restaurantje in één van de straatjes waar we een verrassend lekker broodje kunnen eten.
Op het pleintje van San Blas willen we het kerkje in. Je kunt hier los entree betalen, of je kunt een boleto kopen waarmee je meerdere religieuze gebouwen in kunt. We besluiten hiervoor te gaan, zodat we vandaag wat meer te bezoeken hebben. Het kerkje is klein, maar mooi, en we mogen zelfs omhoog naar de toren.
De kathedraal
Na San Blas is het tijd voor de kathedraal van Cusco. Deze wilde ik al bezoeken, dus het komt mooi uit dat deze inbegrepen zit in de boleto. We gaan hier naar binnen. De kathedraal is tussen twee kleinere kerken gebouwd, die nu dus aan de kathedraal vast zitten. Deze kun je ook bezoeken als je de kathedraal in gaat. In de kathedraal zijn een aantal bekende dingen te zien, waaronder een Jezusbeeld met een donkere huidskleur. Deze kleur heeft hij naar men zegt gekregen door de kaarsjes die jaarlijks aangestoken worden onder het beeld.
Het Laatste Avondmaal met cavia
Het beroemdste schilderij in de kathedraal is misschien wel de aangepast versie van het Laatste Avondmaal. Om de mensen in Peru te overtuigen van het katholicisme werden beelden vaak aangepast, zodat de mensen zich er beter in konden vinden. Dit is daarvan het beroemdste voorbeeld. Echter is het volgens het bordje eronder helemaal geen cavia, maar een vicuña..
Museo Arzobispal
De volgende halte is het paleis van de aartsbisschop. Dit is wat kleiner dan verwacht, maar wel met een mooie patio erin. Om er te komen passeren we ook weer een andere bekende plek in Cusco: de twaalfhoekige steen. De muren die gebouwd werden in de tijd van de Inca’s bestaan uit stenen die precies op elkaar passen. Deze steen is daar een bijzonder voorbeeld van, omdat er veel hoeken zijn uitgehakt om hem precies te laten passen.
De kerk bij ons hostel
Als je de trap oploopt langs ons hostel, kom je bovenaan ook uit bij een kerk. Dit is de kerk San Crisóbal. Deze kerk kijkt uit over de stad en is als laatste inbegrepen in de boleto. Deze willen we dus ook graag in. De kerk zelf is vrij klein, maar we mogen ook weer de toren op, vanwaar het uitzicht over Cusco weer erg mooi is.
Cavia..
Het is inmiddels al weer avond en nadat we de was hebben opgehaald gaan we voor het laatste wat we nog moeten doen in Cusco: schoenen kopen. Dat is natuurlijk een grapje, maar dat doen we wel: ik wil graag een paar felgekleurde schoenen uit Peru. Na even zoeken op een marktje slaag ik daar gelukkig in.
Dan is het tijd voor écht het laatste wat we moeten doen: cavia eten. In Peru eten ze dit op speciale gelegenheden, maar in Cusco is het overal te verkrijgen. We zien er wel een beetje tegenop, maar we willen deze lokale specialiteit wel proberen. Hoewel het niet vies is, vind ik het ook niet bijzonder lekker. Het is dus niet voor herhaling vatbaar, maar wel grappig om geprobeerd te hebben.
Als laatste deze dag gaan we voor een taart bij dezelfde winkel waar we eerder waren: La Valeriana. De taart en koffie is hier namelijk té lekker. Als deze opgesmikkeld zijn gaan we slapen: morgen de Inca Trail!
In mijn volgende blog neem ik je mee tijdens de vier dagen van de Inca Trail, eindigend in Machu Picchu.
Meer lezen over deze reis? Bekijk ook de andere delen:
- Reisdagboek #1: Aankomst en Lima
- Reisdagboek #2: Huacachina, Nazca en Arequipa
- Reisdagboek #3: Hiken in de Colca Canyon
- Reisdagboek #4: Titicacameer in Peru
- Reisdagboek #5: La Paz en de Death Road
- Reisdagboek #6: Cochabamba en Sucre
- Reisdagboek #7: Dinosaurussen en Potosí
- Reisdagboek #8: Zilvermijnen en Tupiza
- Reisdagboek #9: Van Tupiza naar Salar de Uyuni
- Reisdagboek #10: Titicacameer en Cusco
- Reisdagboek #12: Inca Trail
- Reisdagboek #13: Trujillo in Noord-Peru
- Reisdagboek #14: 6 dagen in de Manujungle
- Reisdagboek #15: De eerste dagen in Ecuador
- Reisdagboek #16: Eerste week op de Galápagoseilanden
- Reisdagboek #17: Bartolomé, Española en San Cristóbal
- Reisdagboek #18: Walvis spotten in Salinas
Dit vind je misschien ook leuk om te lezen:
Wauwww, die regenboog bergen zijn echt te gek! Wat zagen jullie veel moois tijdens jullie reis. Echt gaaf!