Reisdagboek #6: Cochabamba en Sucre
In het vorige reisdagboek kwamen we de grens over en gingen we Bolivia in. Na de politieke hoofdstad La Paz is het voor ons tijd om door te reizen naar de volgende stad, Cochabamba. Ook bezoeken we deze week de échte hoofdstad van Bolivia: Sucre.
Maandag 12 juni: stress om de vlucht te halen
La Paz is niet echt Hugo’s lievelingsstad en we willen veel zien in Bolivia, dus we reizen vandaag weer door. De busreis naar Cochabamba duurt ongeveer 7 uur, terwijl vliegen maar een uurtje is. En de vlucht was slechts 30 euro! We hebben dus een vlucht geboekt.
Opstaan en ontbijten
We staan op tijd op om in te pakken. Voor vliegen gelden weer regels, dus we moeten opletten dat we de juiste dingen wel en niet in de handbagage doen. Daarna gaan we door naar het niet al te beste ontbijt. Als we dit weer gezien hebben, slepen we onze spullen mee naar de lobby van het hostel om een taxi te bestellen.
Hier krijgen we te horen dat er vandaag stakingen zijn in La Paz en dat het lastig is. Maar ze kunnen wel een taxi regelen die ons toch kan brengen. We maken ons wel een beetje zorgen, maar ze garandeert ons dat het lukt. De moed zakt ons een beetje in de schoenen als we van mensen horen dat hun tocht over de Death Road geannuleerd is wegens de stakingen..
Een zoektocht naar open wegen
Gelukkig hadden we besloten ruim 3 uur van tevoren richting het vliegveld te gaan, want we weten niet hoe binnenlandse vluchten gaan en konden ook nergens iets vinden over bagage.
De taxi komt ons ophalen en we bedanken het hostel voor het bellen. Dan gaat de taxi op weg. Het vliegveld ligt in El Alto, bovenop de berg. Het hostel ligt in het centrum, beneden in de stad. Door de stakingen zijn allerlei wegen afgesloten. We rijden uiteindelijk een uur(!) rond, waarna de taxichauffeur het opgeeft.
Omhoog naar El Alto
Gelukkig is Hugo slim en vraagt hij of we afgezet kunnen worden bij de kabelbaan, de gele teleférico. We moeten alsnog het hele bedrag betalen voor de taxi helaas, maar doen dat maar. We nemen de teleférico omhoog, die gelukkig wel gaat.
Eenmaal boven hebben we nog iets meer dan een uur voor het vliegtuig vertrekt. Hier houden we een andere taxi aan en geven aan een beetje haast te hebben. Deze brengt ons vrij snel naar het vliegveld. Tot onze opluchting is het gelukt!
Inchecken en wachten
We lopen snel naar de incheckbalie en geven, inmiddels een beetje gestresst, aan dat we het heel vervelend vinden dat we zo laat zijn. De man kijkt ons een beetje verbaasd aan. Laat? De incheckbalie sluit pas over een halfuur. Gelukkig mogen alle spullen mee en staan we 5 minuten later ingecheckt in de hal van het vliegveld.
Nu door naar de veiligheidscontrole. Ik vraag waar we onze fles water weg kunnen gooien. Weer die rare blik: water weggooien? Nee joh! Water mag je natuurlijk gewoon meenemen. Sowieso doen ze nergens moeilijk over, dus we staan zo bij de gate.
Op het vliegveld is weinig te beleven. We halen een muffin en koffie en zitten eigenlijk vooral te wachten. En dat na alle stress! Ongeveer 2 minuten voor vertrek kunnen we boarden en stappen we in ons vliegtuig.
Een korte vlucht
De vlucht duurt maar een uurtje, maar we vliegen over prachtige bergen, dus het gaat zo voorbij. Daarnaast is het zeker geen Europa: we krijgen ook wat te drinken en een snack (een zakje pinda’s en rozijnen). Er is amper tijd om het uit te delen, maar het is allemaal inbegrepen in de vlucht.
Dan gaan we alweer landen en zijn we in het zonnige Cochabamba aangekomen. We nemen een taxi naar het hostel dat we hebben uitgezocht, want het vliegveld is natuurlijk niet in het centrum.
Zon, zon en markten
Hostel Jem is eigenlijk best luxe, maar helemaal niet duur. We nemen hem dus en stallen onze spullen uit in de kamer. Dan gaan we de stad in om alles een beetje te verkennen.
Cochabamba heeft een grote openluchtmarkt waar we overheen lopen. Daarna gaan we richting het centrum om te lunchen. We bekijken de twee grote pleinen en lopen nog een stuk richting de rivier. Als het donker begint te worden gaan we terug naar het hostel. Onderweg komen we nog een supermarkt tegen, één van de eerste in Zuid-Amerika.
Dinsdag 13 juni: dagje Cochabamba
Vandaag hebben we de hele dag in Cochabamba. Als we zijn uitgeslapen, gaan we naar beneden voor het ontbijt. Ondanks dat het niet veel is, is het ons beste ontbijt tot nu toe (okee, na Lima dan): thee met zoete broodjes. De broodjes zijn echt lekker, niet droog zoals in La Paz, en eindelijk geen jam. Helaas zijn we een beetje laat en zijn er niet veel. Ik vraag wat extra en dat krijgen we gelukkig.
Na het ontbijt gaan we de stad in. We hebben een aantal dingen bedacht om te doen en als eerste lopen we naar de teleférico, de kabelbaan die ons bovenop de berg met het Jezusbeeld in Cochabamba moet brengen. Het is een stukje lopen, maar we komen langs wat pleintjes en kerken, dus dat is niet erg. Het valt me op hoeveel groen er is in deze stad.
Een feestelijke bijeenkomst in een kerk
Na even gelopen te hebben komen we bij een kerk. Hier is net een bus gestopt waar mensen met blauwe ballonnen uit komen, die de kerk in gaan. De kerk is lichtgeel en vind ik erg leuk. Ik vraag of we even binnen mogen kijken en dat mag. Er is denk ik een feestdag, want overal hangen doeken en iedereen heeft dus ballonnen. Ze vinden het leuk dat we er zijn en we mogen zelfs een trap op om van boven een foto te maken.
Na deze kleine onderbreking vervolgen we onze weg en gaan we door. Bij de teleférico aangekomen blijkt deze pas om 10.00 uur open te gaan en het is 9.45 uur. We besluiten nog een extra rondje te lopen en dan terug te komen, hoewel de taxichauffeurs ons de taxi in proberen te krijgen.
Wachten op de teleférico
Tijdens ons rondje, waarbij we op zoek gingen naar een kerk maar die niet konden vinden, zijn we precies op tijd weer terug. Maar de teleférico is nog altijd niet open. Langzaam komen er meer mensen en zelfs twee andere toeristen: die hebben we nog niet eerder gezien in Cochabamba. We kletsen even met deze jongens uit Australië en Engeland, tot we onderbroken worden door een Peruaanse. Zij wil graag met ons op de foto. Dat zal wel een combinatie zijn tussen de lengte van Hugo en het blonde haar van mij en de Engelse jongen.
Niet veel later vertrekt de groep die ook stond te wachten en ook de Peruaanse loopt weg. We vragen haar of de teleférico niet open gaat en zij geeft aan dat het nog zeker een halfuur duurt. Omdat we al een halfuur staan te wachten, hebben we daar geen zin meer in. Zij gaat met een busje, dus we willen bij haar aansluiten. We mogen na kort overleg allevier mee met het busje.
Al snel scheurt deze echter een heel andere kant op, niet richting de berg. We vragen waar ze heen gaan en ze blijken naar een museum te gaan. Oeps. Gelukkig ligt dit museum in het centrum, dus daar stappen we uit. Omdat we maar een dagje hebben, gaan we hier weg van de groep.
Met de jongens bezoeken we de kathedraal, maar daarna gaan we samen verder. We willen eigenlijk nog een klooster bezoeken, maar deze sluit vanwege siësta. Toch geen goede timing dus..
IJsjes en bussen
In plaats daarvan eten we een ijscoupe bij restaurant Dumbo en gaan we daarna richting een kruispunt. Volgens de Lonely Planet vertrekken daar micro’s (busjes) naar de teleférico. We vinden inderdaad een buslijn (lijn E) en springen erin. De man roept gelukkig hard wanneer we er zijn, zodat we er op tijd uit gaan. En deze rit kost ons slechts 25 cent per persoon!
De teleférico doet het inmiddels, dus voor het wereldschokkende bedrag van 1,50 euro per persoon (jaja Bolivia is vreselijk duur) kopen we een retourtje. De kabelbaan stelt niet veel voor: er hangen maar zes karretjes aan die in groepjes van drie ronddraaien. Ze vertrekken ook pas als ze alledrie bezet zijn, maar dat gebeurt gelukkig snel.
Het grote beeld en een prachtig uitzicht
Eenmaal boven zien we pas hoe groot het beeld is. We gingen er wel al vanuit, want je ziet hem al uit de verte en hij is zelfs hoger dan het beroemde beeld in Rio de Janeiro. Maar toch is het best indrukwekkend als je eronder staat. Ook hebben we hier rondom uitzicht over het zonnige Cochabamba, want het is hier lekker 26 graden.
Als we het uitzicht zat zijn gaan we weer naar beneden. Hier besluiten we naar de grote weg te lopen en daar te proberen een bus te pakken naar onze volgende bestemming. We willen naar de andere kant van de rivier voor lunch en een paleis. De drukke straat blijkt echter niet heel druk te zijn, dus we gaan maar lopend.
Lunchen
Het is een beetje einde lunchtijd als we aankomen bij het restaurant, maar het is nog gezellig druk. Op aanraden van het hostel zijn we in Casa de Campo, met veel tafeltjes en een leuke binnenplaats. De gerechten zijn wat duurder dan we gewend zijn in Bolivia. Bij onze buren zien we echter overvolle borden, dus we besluiten iets te delen. We gaan voor kip en een kan sap.
De keuze om te delen blijkt verstandig. Voor het eten komt krijgen we al broodjes met pittige saus (die krijg je hier overal bij het eten) en een salade. Daarna komt ons -inderdaad overvolle- bord. Ik geef Hugo een lesje kippenpoten afkluiven. Naast kip is ons bord gevuld met patat, rijst, wat groenten en gebakken banaan. Ze houden hier wel van koolhydraten.
Het gele paleis
Na het lekkere eten gaan we verder en lopen we naar Palacio Portales. Een paleis in Bolivia, dat had ik niet verwacht. Het is laten bouwen door de rijke zakenman Simón Patiño met als bedoeling het te gebruiken na zijn pensioen. Hij stelde zijn pensioen echter steeds maar uit, waardoor hij er nooit heeft gewoond. Zij vrouw en kinderen hebben het opengesteld voor publiek en nu is het een centrum voor cultuur.
Patiño heeft gereisd in Europa en dat is zeker terug te zien. Niet alleen heeft hij materialen en artiesten laten overkomen, ook de stijl is te herkennen. Binnen mag je helaas geen foto’s maken, maar hij heeft boven een gang met afbeeldingen van het Vaticaan in het schilderwerk en hij heeft een hele kamer die is geïnspireerd door de Moorse mudejarstijl in het Alhambra in Granada. Doordat het nooit bewoond is en doordat Cochabamba een droog klimaat heeft is het paleis nog in goede staat.
Een laatste rondje door de stad
Na dit bezoekje nemen we een bus terug naar het centrum. We proberen nog het klooster te bezoeken, maar dit is helaas gesloten wegens restauraties. We drinken nog een koffie. Het is Hugo nog steeds niet gelukt om fatsoenlijke koffie te vinden hier in Zuid-Amerika en ook hier kreeg hij geen espresso, terwijl hij die wel bestelde. We blijven proberen!
Na een wandeling over de markt gaan we terug naar het hostel. Hier werken we aan de foto’s en blog en boeken we onze vlucht, want morgen gaan we naar Sucre, de hoofdstad van La Paz.
Woensdag 14 juni: op naar Sucre
We zijn vroeg bij het ontbijt, maar dat is ook weer geen goed idee: de vrouw vraagt of we over een kwartiertje terug kunnen komen. Dat doen we en dit keer is er meer keuze. Tijdens het ontbijt komt er ook meer bij. Veel lekker (zoete) broodjes, echt iets voor mij.
Taxiperikelen
We vragen ons hostel weer om een taxi en gaan onze spullen halen. Het duurt eventjes, maar dan staat er netjes een taxi voor de deur. Deze geeft echter aan dat onze backpacks niet passen en hij gaat weer weg. Hij zegt een andere taxi te bellen.
Tien minuten later pleegt de vrouw nog een telefoontje. Uiteindelijk staan we zeker een halfuur te wachten. De hosteleigenaar houdt tenslotte maar een taxi aan op straat. Wat een gedoe, je zou toch denken dat ze wel komen opdagen als je belt?
Vliegen vanaf Cochabamba
Ook de busrit van Cochabamba naar Sucre is erg lang, dus ook nu hebben we een goedkope vlucht geboekt. We hebben geleerd van de dag ervoor en zijn een uurtje voor vertrek op het vliegveld. Op dit vliegveld is nog minder te doen dan in La Paz, dus we zitten ons wel even te vervelen.
De vlucht naar Sucre is nog korter, slechts 40 minuten. Desondanks krijgen we een broodje en wederom drinken. Wat een luxe!
Het net nieuwe vliegveld ligt 25 kilometer buiten Sucre. We nemen een micro (minibusje) naar het centrum en voor het laatste stukje een taxi, dat scheelt geld.
Een koud hostel
Na even zoeken kan de taxi ons bij het hostel afzetten. Net als in Arequipa is er geen bordje buiten, maar gelukkig doet eigenaresse Marcella al snel open. Ze is erg aardig en laat ons alles zien. Het valt ons meteen op dat het in het hostel en onze kamer erg koud is. Maar verder is hostel Mi Angeline prima.
Gelukkig is het buiten helemaal niet zo koud. We moeten een eindje lopen naar het centrum, maar dat is niet zo erg, want Sucre is een mooie stad.
Siësta
Onze hosteleigenaresse heeft ons wat tips gegeven voor de lunch en eentje is richting het centrum. Hier krijgen we voor heel weinig geld een menu. Zoals gewend bestaat dit uit soep, een gerecht met vlees met rijst of aardappels en hier ook een toetje. Niet megalekker, wel prima.
Eenmaal in het centrum blijkt tot onze ergernis bijna alles dicht te zijn. De meeste dingen sluiten voor siësta. Dat hebben we nog niet eerder gehad, dus dat is vrij vervelend. We bezoeken daarom maar wat dingen die wel open zijn, zoals de grote Mercado Central, die ze ook hier hebben.
Een lesje Boliviaanse geschiedenis
Gelukkig gaat alles na een kleine stadswandeling weer open. We bezoeken de aanrader van de stad: Casa de la Libertad. Eerst lopen we zelf een beetje rond, maar daar worden we niet veel wijzer van. We gaan daarom mee met de Spaanse rondleiding. Dat blijkt een goed idee: de jongen vertelt vol enthousiasme.
We leren over de Boliviaanse geschiedenis, over de onafhankelijkheidsstrijd en de verschillende vlaggen. In dit gebouw is de onafhankelijkheidsverklaring getekend en er is een kopie te bewonderen. De echte ligt ergens verstopt en schijnbaar weet alleen de directeur van het museum waar.
De witte stad
Na deze uitgebreide rondleiding verwonderen we ons nog even over de stad. Veel van de gebouwen zijn wit en in koloniale (Spaanse) stijl. Dit is niet gek, want doordat de binnenstad UNESCO Werelderfgoed is, moeten ze het ook zo behouden.
Op de weg terug naar het hostel komen we langs een kerk, Iglesia de la Merced. Deze bezoeken we. Het bezoek in inclusief een klim op het dak, waar we natuurlijk gebruik van maken. Dit geeft een mooi uitzicht over de stad.
Koude avonden
Als de zon onder gaat in Sucre dan koelt het meteen af. We kleden ons dus warm aan voor we die avond weer richting centrum wandelen om wat te gaan eten. Erna gaan we terug naar het hostel om uit te rusten en te slapen.
Lees verder in een nieuw reisdagboek met daarin onze laatste dagen in Sucre en de volgende stad in Bolivia: Potosí, de stad van het zilver.
Meer lezen over deze reis? Bekijk ook de andere delen:
- Reisdagboek #1: Aankomst en Lima
- Reisdagboek #2: Huacachina, Nazca en Arequipa
- Reisdagboek #3: Hiken in de Colca Canyon
- Reisdagboek #4: Titicacameer in Peru
- Reisdagboek #5: La Paz en de Death Road
- Reisdagboek #7: Dinosaurussen en Potosí
- Reisdagboek #8: Zilvermijnen en Tupiza
- Reisdagboek #9: Van Tupiza naar Salar de Uyuni
- Reisdagboek #10: Titicacameer en Cusco
- Reisdagboek #11: Incaruïnes en Rainbow Mountain
- Reisdagboek #12: Inca Trail
- Reisdagboek #13: Trujillo in Noord-Peru
- Reisdagboek #14: 6 dagen in de Manujungle
- Reisdagboek #15: De eerste dagen in Ecuador
- Reisdagboek #16: Eerste week op de Galápagoseilanden
- Reisdagboek #17: Bartolomé, Española en San Cristóbal
- Reisdagboek #18: Walvis spotten in Salinas
Dit vind je misschien ook leuk om te lezen: